Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24770] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/T oei ichting Agendapuntnummer: 1e Aantal bijlagen: Toekennen planschadevergoeding aan de heer en mevrouw Van den Broek, Liesboslaan 18 te Breda. Namens de heer en mevrouw Van den Broek is op 14 mei 2004 een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingekomen. Verzoekers zijn van mening dat zij door de opeenvolgende bestemmingsplannen "Heilaar-Steenakker 1992", "Heilaar-Steenakker, herziening 1998", "HSL-A16 Breda" en de verleende vrijstelling ex artikel 19 WRO voor de bouw van de IKEA-vestiging schade lijden in de vorm van waardevermindering van hun onroerend goed. Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoordeling- commissie, de Johan van Oldenbarnevelt stichting te Dordrecht. Besluiten tot het toekennen van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan verzoekers overeenkomstig bijgevoegd conceptraadsbesluit. In het verzoekschrift wordt gesteld dat de woning van verzoekers in het verleden gelegen was in een rustige, geheel agrarische omgeving. De Liesboslaan, alwaar de woning van verzoekers is gelegen, was een rustige buurtontsluitingsweg. Er was sprake van een nagenoeg ideale woonsituatie. De wijzigingen van de planologische regimes, te weten de bestemmingsplannen "Heilaar-Steenakker 1992", "Heilaar- Steenakker, herziening 1998", "HSL A16 Breda" en de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO hebben er toe geleid dat aan de gronden in de directe omgeving van de woning van verzoekers onder meer de bestemmingen bedrijfsdoeleinden, detailhandel in meubelen en woninginrichting, horecavoorzieningen en verkeersdoeleinden zijn toegekend. Ten noorden van voornoemde hoofdweg is met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) op 30 juli 2002 een bouwvergunning verleend voor de oprichting van een IKEA-woonwarenhuis met horecavoorziening, een parkeergarage voor 1.130 auto's en een reclamezuil. Het woonwarenhuis bevindt zich op gronden met de bestemming bedrijfsdoeleinden, doch voldoet niet aan de voorschriften van het bestemmingsplan. De oppervlakte ten behoeve van detailhandel in meubels wordt met 26.170m2 overschreden. Tevens is reeds één horecavoorziening ten behoeve van deze bestemming aanwezig. De toegestane hoogte van 20 meter voor de bebouwing wordt door een liftopbouw overschreden. De reclamezuil heeft een hoogte van 40 meter, terwijl op grond van het bestemmingsplan de hoogte van bouwwerken (geen gebouwen zijnde) ten hoogste 20 meter mag bedragen. Verzoekers zijn van oordeel dat door de realisering van de woonboulevard, de veiling, de vestiging van het IKEA-woonwarenhuis, de bouw van een 40 meter hoge reclamezuil en de doortrekking van de Ettensebaan in de vorm van een ontsluitingsweg ten noorden van het perceel van verzoekers het woon genot enorm is aangetast, waardoor hun eigendommen in waarde zijn gedaald. Namens verzoekers wordt verzocht een bedrag ad 50.000,- als planschade toe te kennen, te vermeerderen met de wet telijke rente berekend over genoemd bedrag vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift. Op 22 november 2004 is van de Johan van Oldenbarnevelt stichting te Dordrecht het definitieve advies betreffende het planschadeverzoek ontvangen. De stichting is van oordeel, dat verzoekers schade lijden als gevolg van de wijzigingen van de planologische regimes en de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO ten behoeve van de bouw van een Ikea woonwarenhuis aan de Ettensebaan. De wijziging van het planologische regime in het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker, herziening 1998" leidt tot planologische voor- en nadelen. De planologische nadelen bestaan uit intensiever gebruik van de gronden, toename van de omvang van de bedrijfsgebouwen, toename van de horizonvervuiling en verdere beperking van het uitzicht. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 24