Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24785]
Dienst/afdeling: JP
Consequenties
Communicatie
Referendum
De planologische voordelen bestaan uit beperking van de bouw-hoogte, vergroting van de afstand tot de
bedrijfsgebouwen (van 65 tot 115 meter), beperking van de gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen
agrarische gronden en het wegvallen van de mogelijke stankoverlast. De waardevermeerderingen,
voortkomend uit de planologische voordelen, compenseren de waardeverminderingen, voortvloeiend uit
de planologische nadelen, slechts voor een gedeelte.
Het planologische nadeel, voortvloeiend uit de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO met
betrekking tot de bouw van een reclamezuil van 40 meter hoog, bestaat uit toename van de horizon
vervuiling en van verdere afname van het uitzicht. De schade, die uit het planologische nadeel voortvloeit,
is echter beperkt van omvang daar de betreffende reclamezuil op ongeveer 140 meter van het perceel
van verzoekster ligt. Voort is van belang dat het uitzicht vanaf het perceel van verzoekster reeds op grond
van het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker, herziening 1998" alsmede het bestemmingsplan
"Princenhage Noord 1966" kan worden beperkt. Immers, op de gronden aansluitend aan het perceel van
verzoekster kunnen reeds andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gerealiseerd. Dergelijke
bouwwerken beperken eveneens het uitzicht vanaf het perceel van verzoekster.
Verzoekster lijdt geen schade als gevolg van de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO met
betrekking tot bouw van het IKEA-woonwarenhuis waarmee het bedrijfsvloeroppervlak wordt vergroot,
de bouw van een inpandige parkeergarage of de realisatie van een (extra) horecavoorziening in het
woonwarenhuis.
De stichting adviseert aan verzoekster, mevrouw Rapp-Havermans, een planschadevergoeding groot
10.000,- toe te kennen.
Juridische
Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij de
gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
Financieel
De kosten van de planschadevergoeding bedragen 10.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente
vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 14 mei 2004, tot de dag van uitbetaling. De planschade
vergoeding komt ten laste van de dienstbegroting ODB en wordt verantwoord in de jaarrekening van de
dienst.
De verzoekster is in het bezit gesteld van een afschrift van het rapport van de Johan van Oldenbarnevelt
stichting en een kopie van het conceptraadsvoorstel en -besluit.
Niet van toepassing.
-2-