Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24790]
Dienst/afdeling: JP
Betreft:
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 1i
Aantal bijlagen:
Toekennen planschadevergoeding aan de heer en mevrouw Van Rijswijk, Liesboslaan 28 te Breda.
Inleiding
Namens de heer en mevrouw Van Rijswijk is op 14 mei 2004 een verzoek om planschadevergoeding
ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingekomen.
Verzoekers zijn van mening dat zij door de opeenvolgende bestemmingsplannen "Heilaar-Steenakker
1992", "Heilaar-Steenakker, herziening 1998", "HSL-A16 Breda" en de verleende vrijstelling ex artikel
19 WRO voor de bouw van de IKEA-vestiging schade lijden in de vorm van waardevermindering van hun
onroerend goed.
Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoordeling-
commissie, de Johan van Oldenbarnevelt stichting te Dordrecht.
Besluiten tot het toekennen van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan
verzoekers overeenkomstig bijgevoegd conceptraadsbesluit.
In het verzoekschrift wordt gesteld dat de woning van verzoekers in het verleden gelegen was in een
rustige, geheel agrarische omgeving. De Liesboslaan, alwaar de woning van verzoekers is gelegen, was
een rustige buurtontsluitingsweg. Er was sprake van een nagenoeg ideale woonsituatie. De wijzigingen
van de planologische regimes, te weten de bestemmingsplannen "Heilaar-Steenakker 1992", "Heilaar-
Steenakker, herziening 1998", "HSL A16 Breda" en de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO
hebben er toe geleid dat aan de gronden in de directe omgeving van de woning van verzoekers onder
meer de bestemmingen bedrijfsdoeleinden, detailhandel in meubelen en woninginrichting, horecavoor-
zieningen en verkeersdoeleinden zijn toegekend. Ten noorden van voornoemde hoofdweg is met
toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) op 30 juli 2002 een
bouwvergunning verleend voor de oprichting van een IKEA-woonwarenhuis met horecavoorziening, een
parkeergarage voor 1.130 auto's en een reclamezuil. Het woonwarenhuis bevindt zich op gronden met
de bestemming bedrijfsdoeleinden, doch voldoet niet aan de voorschriften van het bestemmingsplan.
De oppervlakte ten behoeve van detailhandel in meubels wordt met 26.170m2 overschreden. Tevens is
reeds één horecavoorziening ten behoeve van deze bestemming aanwezig. De toegestane hoogte van
20 meter voor de bebouwing wordt door een liftopbouw overschreden. De reclamezuil heeft een hoogte
van 40 meter, terwijl op grond van het bestemmingsplan de hoogte van bouwwerken (geen gebouwen
zijnde) ten hoogste 20 meter mag bedragen.
Verzoekers zijn van oordeel dat door de realisering van de meubelboulevard, de veiling, de vestiging
van het IKEA-woonwarenhuis, de bouw van een 40 meter hoge reclamezuil en de doortrekking van
de Ettensebaan in de vorm van een ontsluitingsweg ten noorden van het perceel van verzoekers het
woongenot enorm is aangetast, waardoor hun eigendommen in waarde zijn gedaald. Namens verzoekers
wordt verzocht een bedrag ad 40.000,- als planschade toe te kennen, te vermeerderen met de wet
telijke rente berekend over genoemd bedrag vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift.
Op 22 november 2004 is van de Johan van Oldenbarnevelt stichting te Dordrecht het definitieve advies
betreffende het planschadeverzoek ontvangen. De stichting is van oordeel, dat verzoekers schade lijden
als gevolg van de wijzigingen van de planologische regimes en de verleende vrijstelling ex artikel 19 van
de WRO ten behoeve van de bouw van een IKEA-woonwarenhuis aan de Ettensebaan.
De wijziging van het planologische regime in het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker, herziening 1998"
leidt tot planologische voor- en nadelen. De planologische nadelen bestaan uit intensiever gebruik van
de gronden, toename van de omvang van de bedrijfsgebouwen, toename van de horizonvervuiling en
verdere beperking van het uitzicht.
-1-