Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24793] Dienst/afdeling: JP Consequenties Communicatie Referendum De stichting is van oordeel, dat verzoeker als gevolg van de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO met betrekking tot de bouw van een reclamezuil van 40 meter hoog, in een beperkt planologisch nadeliger positie is komen te verkeren, ten gevolge waarvan hij enige schade lijdt of zal lijden. Het bestemmingsplan staat de aanleg van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een hoogte van 22 meter in de directe nabijheid van het perceel van verzoeker toe. Een dergelijk bouwwerk, waaronder een aangelichte reclamezuil, zou reeds hebben geleid tot horizonvervuiling en beperking van het uitzicht. De verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO staat de bouw van een reclamezuil toe met een hoogte van 40 meter. Het planologische nadeel, veroorzaakt door de verleende vrijstelling, bestaat uit toename van de horizon vervuiling, beperking van het uitzicht en toename van de lichthinder. De omvang van de planschade, die uit het planologische nadeel voortvloeit, wordt enigszins beperkt daar de betreffende reclamezuil op ongeveer 100 meter van het perceel van verzoeker ligt en er op grond van het bestemmingsplan reeds sprake kan zijn van horizonvervuiling, beperking van het uitzicht en licht hinder. Voorts is, bij de bepaling van de omvang van de schade, van belang dat op de gronden ten noorden van het perceel van verzoeker, op welke gronden het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker, herziening 1998" niet van toepassing is, eveneens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen worden gerealiseerd die het uitzicht beperken en horizonvervuiling veroorzaken. Verzoeker lijdt geen schade als gevolg van de verleende vrijstelling ex artikel 19 van de WRO met betrekking tot bouw van het IKEA-woonwarenhuis waarmee het bedrijfsvloeroppervlak wordt vergroot, de bouw van een inpandige parkeergarage of de realisatie van een (extra) horecavoorziening in het woonwarenhuis. De stichting adviseert aan verzoeker een planschadevergoeding groot 5.000,- toe te kennen. Juridische Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij de gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht spraak van de Raad van State. Financieel De kosten van de planschadevergoeding bedragen 5.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 14 mei 2004, tot de dag van uitbetaling. De planschadever goeding komt ten laste van de dienstbegroting ODB en wordt verantwoord in de jaarrekening van de dienst. De verzoeker is in het bezit gesteld van een afschrift van het rapport van de Johan van Oldenbarnevelt stichting en een kopie van het conceptraadsvoorstel en -besluit. Niet van toepassing. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 45