Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24385]
Dienst/afdeling: CAJZ
Voorstel
Ten aanzien van de smart-, grow- en belshops wordt eveneens beleid ontwikkeld. Er is een inventarisatie
uitgevoerd van de juridische mogelijkheden om een vestigingsbeleid op dit punt te voeren. Daaruit kwam
naar voren dat een ruimtelijk vestigingsbeleid mogelijk is, met name door deze categorie shop als aparte
categorie op te nemen in bestemmingsplannen. Bijvoorbeeld met een "parapluplan" waarbij de relevante
bestemmingsplannen in één keer aangepast kunnen worden. Bij bestemmingsplannen die op dit moment
worden herzien, zoals die van het centrum, wordt dit punt gelijk meegenomen. De gemeente Amsterdam
heeft hiermee al de nodige successen geboekt. Dit beleid wordt nu nader vormgegeven."
Ten aanzien van het "verbieden van slapen, al dan niet in een motorrijtuig, op de (openbare) weg" kan
worden opgemerkt dat ingevolge artikel 5.7.1 APV het verboden is op of aan de weg, al dan niet in een
voertuig, te overnachten, dan wel op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent, caravan of een
soortgelijk of ander onderkomen te plaatsen met het kennelijk doel dit als slaapplaats te gebruiken of
daarin te overnachten dan wel gelegenheid daartoe te bieden.
Ten aanzien van het verbieden van het zodanig gebruik van een voertuig, dat deze geluidhinder voor
de omgeving oplevert (ook verbieden van te hard afstellen van autoradio's), wordt verwezen naar
artikel 4.1.2 APV.
Hierin is bepaald dat het verboden is toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen
te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving
geluidhinder wordt veroorzaakt.
Ten aanzien van het verbieden van samenscholing voor openlijk gebruik en handel in drugs wordt
verwezen naar de artikelen 2.6.1 en 2.6.2 APV waarbij drugshandel en openlijk drugsgebruik is
verboden op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk
gebouw.
Bovengenoemde kwesties zijn derhalve afdoende geregeld in de APV, in hoeverre deze bepalingen in de
praktijk gehandhaafd worden is onder andere een zaak van de politie en de toezichthouders.
De politie heeft aangegeven dat de bovengenoemde onderwerpen door hen vaak worden aangepakt in
het kader van het probleem gericht werken. Als uit meldingen en/of eigen waarneming blijkt dat er in een
straat, buurt of wijk overlast wordt veroorzaakt, wordt er naar gestreefd samen met partners de
problemen aan te pakken waarvan door de politie vaak APV bepalingen als instrument worden benut om
op te treden.
Voorbeelden van projecten zijn het VAST-project en aanpak problematiek rondom 't IJ.
Voorts wordt verwezen naar het "prioriteitenlijstje" dat jaarlijks wordt opgesteld tijdens het overleg tussen
de gemeenteraad en de politie.
De afdeling Stadstoezicht kent een tweetal soorten toezichthouders t.w.: BOA's (buitengewoon
opsporingsambtenaren) en Stadswachten. De eerste categorie participeert in het project VAST
(Valkenberg/Station) en treedt hier samen met de regiopolitie en spoorwegpolitie op tegen "hinderlijk
gedrag en overtredingen"(alcoholgebruik, drugsgebruik enz). De Stadswachten zijn m.n. aanwezig in het
Stadshart en hebben een signalerende functie zij spreken zonodig mensen aan op hun gedrag maar
kunnen niet echt optreden).
Door Breda '97 ingebracht aandachtspunt (3):
Met betrekking tot de tijdstippen waarop huisvuilcontainers aan de straat geplaatst mogen worden, wordt
verwezen naar de Afvalstoffenverordening.
U wordt verzocht akkoord te gaan met de voorgestelde gedeeltelijke wijziging van de Algemene
Plaatselijke Verordening Breda 2004, en de toelichting hierop, door deze als zodanig vast te stellen
conform het bijgevoegde conceptraadsbesluit.