Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 25014] Dienst/afdeling: CAJZ Consequenties Communicatie Referendum Het systeem van gebiedsaanwijzingen heeft als groot voordeel dat het instrument kan worden beperkt tot die plaatsen waar het echt noodzakelijk is. Het nadeel zit in het feit dat exploitanten van inrichtingen ineens aan eisen moeten voldoen die eerder niet gesteld werden. Bij de invoering van een algemeen exploitatievergunningenstelsel is dat een eenmalig probleem dat met een vaste overgangsregeling kan worden ondervangen. Bij gebiedsaanwijzingen kan het probleem zich echter meer dan eens voordoen. Namelijk telkens als een gebied wordt aangewezen. Aan alle exploitanten binnen het aangewezen gebied dienen in beginsel dezelfde eisen gesteld te worden. Dat geldt voor die exploitanten die zich vestigen nadat een gebied is aangewezen, maar evenzeer voor exploitanten die reeds gevestigd waren op het moment dat de gebiedsaanwijzing van kracht werd. Anders zou de regeling te veel aan effectiviteit inboeten. Zittende exploitanten dienen echter wel de gelegenheid te krijgen om een vergunning aan te vragen en zonodig de exploitatie aan te passen aan de nieuwe eisen. Op basis van artikel 2.2a.10 worden zij geacht te beschikken over een tijdelijke vergunning voor twee maanden. In die twee maanden kunnen zij een aanvraag indienen voor een echte vergunning. Indien zij dat doen wordt de tijdelijke vergunning geacht te zijn verlengd tot op de aanvraag is beslist. Dienen zij geen aanvraag in binnen twee maanden dan dienen zij de exploitatie te staken. De nieuwe afdeling 2.2a wordt een onderdeel van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004. Dit betekent dat ook alle algemene bepalingen, waaronder de strafbepaling van artikel 6.1 APV, onverkort van toepassing zijn op deze afdeling. De invoering van een vergunningenstelsel vraag om een grotere ambtelijke inzet. Zowel bij de vergunningverlening als bij de handhaving. De kosten die samenhangen met de vergunningverlening kunnen gedekt worden met de leges. De overige kosten niet. Uitvoering zal dan ook moeten leiden tot een herschikking van middelen. Om die reden wordt voorgesteld om over te gaan tot een beperkte, gefaseerde, invoering. Indien eerst een klein gebied wordt aangewezen, is het nog mogelijk om door andere werkzaamheden te laten vervallen de nieuwe verordening uit te voeren. Mocht de invoering succesvol zijn en mocht er elders ook behoefte zijn aan toepassing, dan zal hiervoor extra budget beschikbaar moeten worden gesteld, dan wel een herprioritering van de inzet van capaciteit plaats moeten vinden. Niet van toepassing. Niet van toepassing. -7-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 76