Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 25014] Dienst/afdeling: CAJZ Aantal bijlagen: - De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; besluit: I. Vast te stellen de navolgende verordening tot tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004. Verordening tot tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004. Artikel I In hoofdstuk 2, Openbare Orde, wordt na afdeling 2, de volgende afdeling 2a, toegevoegd: Afdeling 2a. Woon- en leefklimaat Artikel 2.2a. 1 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet handelingen en/of werkzaamheden worden verricht die zijn aan te merken als het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als smartshop, headshop, growshop, belshop of internetcafé, dan wel dranken worden geschonken, of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt; b. exploitant: degene die een inrichting exploiteert; c. het gebied: het op basis van artikel 2.2a.2, eerste lid, door het college aangewezen gebied waarop deze afdeling van toepassing is. Artikel 2.2a.2 Gebiedsaanwijzing 1Het college is bevoegd een gebied aan te wijzen waarbinnen ter bevordering, dan wel ter voorkoming van verdere aantasting, van het woon- en leefklimaat deze afdeling van toepassing is. 2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het maximale aantal inrichtingen, al dan niet categorisch, binnen het gebied. Artikel 2.2a.3 Vergunningplicht 1Het is verboden binnen het gebied een inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De aanvraag voor de vergunning dient te geschieden met een door de burgemeester vastgesteld formulier. 3. De vergunning kan alleen aan natuurlijke personen worden verleend. 4. De vergunning wordt uitsluitend verleend aan de exploitant, is persoonsgebonden en kan niet worden overgedragen. Artikel 2.2a.4 Gedragseisen 1De exploitant van een inrichting moet voldoen aan de bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a en b en derde lid, van de Drank- en Horecawet aan leidinggevenden gestelde eisen. 2. Het is verboden een inrichting te exploiteren indien door de exploitant niet of niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a en b, en derde lid van de Drank- en Horecawet aan leidinggevenden gestelde eisen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 78