Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 25141] Dienst/afdeling: CAJZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1d Aantal bijlagen: -- Het bezwaarschrift van mw. mr. S. Smeets namens F.W.J. Ermes te Teteringen, de Stichting Brabantse Milieufederatie te Tilburg en de Natuur en milieuvereniging te Teteringen (hierna te noemen reclamanten) tegen het besluit van 21 oktober 2004 tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de locatie Nieuwe Kadijk Oosterhoutseweg te Teteringen. Op 21 oktober 2004 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de locatie Nieuwe Kadijk Oosterhoutseweg te Teteringen. Bij brief van 1 december 2004 heeft mevrouw mr.S. Smeets namens F.W.J. Ermes te Teteringen, de St. Brabantse Milieufederatie te Tilburg en de Natuur en milieuvereniging te Teteringen hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift is voorgelegd aan de Adviescommssie bezwaarschriften, die aan uw raad advies heeft uitgebracht. De bezwaren ongegrond verklaren, het bestreden besluit in stand laten en het verzoek om proceskostenvergoeding afwijzen. In juli 2004 heeft het ROC West Brabant een verzoek ingediend om door middel van een zelfstandige projectprocedure met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de WRO medewerking te verlenen. Het verzoek voldoet niet aan de bebouwingsregeling van het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied 1983". Dit plan is vastgesteld op 30 augustus 1984 en goedgekeurd op 16 juli 1985. De locatie heeft hierin de bestemming "Agrarisch gebied zonder bebouwing". De bouw van het schoolgebouw met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde is niet toegestaan. Om toch medewerking te kunnen verlenen, is voorgesteld om toepassing te geven aan artikel 19, eerste lid, van de WRO. Daar het bestemmingsplan Buitengebied 1983 ouder is dan 10 jaar dient de gemeenteraad hiertoe een voorbereidingsbesluit te nemen. Het voorbereidingsbesluit is genomen op basis van artikel 21 van de WRO. Hierin is in het eerste lid bepaald dat de gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid. Hierin moet dan volgens het tweede lid worden bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag dit in werking treedt. Op basis van dit voorbereidingsbesluit wordt de mogelijkheid geopend om via toepassing van de zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, eerste lid, WRO door middel van vrijstellingverlening medewerking te verlenen aan ontwikkelingen in het betreffende gebied. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer AbRvS 15 januari 2003, Bouwrecht 2003/5) blijkt dat de gemeenteraad, gelet op artikel 21 WRO, een ruime mate van beleidsvrijheid toekomt voor het nemen van een voorbereidingsbesluit. Voor een conclusie dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen komen, bestaat volgens die uitspraak slechts aanleiding indien reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te zijn dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht onaanvaardbaar zijn. De bezwaren van reclamante richten zich met name tegen de nog te verlenen vrijstelling. Reclamante kan te zijner tijd bezwaar maken tegen de bouwvergunning en hierbij mede haar bezwaren uiten tegen de vrijstelling ex artikel 19, eerste lid van de WRO. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 14