Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 25264]
Dienst/afdeling: JP
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 9
Aantal bijlagen:
Afwijzen planschadeverzoek dhr. en mw. Verbraak, Irenestraat 11 te Breda.
Door de heer en mevrouw Verbraak is een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ingediend. Verzoekers stellen dat hun woning, door de bouw van het
project Hollandse Gommage aan de Irenestraat, alsmede het appartementengebouw ten westen van hun
woning aan de overzijde van de straat en de woningen ter hoogte van het voormalige benzinestation in
waarde is gedaald.
Nadat het planschadeverzoek ontvankelijk is verklaard, is het verzoek ter advisering voorgelegd aan de
Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam.
Te besluiten het verzoek om planschadevergoeding van dhr. en mw. Verbraak, Irenestraat 11 te Breda,
af te wijzen. Een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit.
Planologie
Het pand Irenestraat 11 te Breda is gelegen in het bestemmingsplan "Van Sonsbeeckpark e.o.", zoals
vastgesteld door uw raad op 26 maart 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant bij besluit van 29 september 1998 is goedgekeurd.
Op basis van het bestemmingsplan "Van Sonsbeeckpark e.o." lag op de gronden gelegen op circa
9 meter ten zuiden en zuidoosten van de woning van belanghebbenden de bestemming "Bedrijfs
doeleinden". Ter plaatse konden bedrijven zich vestigen in de categorieën 1, 2 en 3 van de Staat van
bedrijven en inrichtingen, alsmede bedrijfswoningen, bouwwerken, geen gebouw zijnde (maximale
hoogte 3 meter), wegen, verhardingen, groen- en parkeer-, nuts- en lawaaiwerende voorzieningen
alsmede additionele voorzieningen. De bebouwing mocht in dan wel achter de op de plankaart
aangegeven bouwgrenzen worden gesitueerd, tot een maximale hoogte van 10 meter. Het bebouwings
percentage was 80%. Voor schoorstenen en soortgelijke bouwdelen bedroeg de maximale hoogte
15 meter en voor terreinafscheidingen ten hoogste 2 meter. De afstand van de bebouwing tot de
zijdelingse perceelsgrens mag ten hoogste 2,5 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ex artikel 11 WRO, ten behoeve van
woningbouw, met inachtneming dat ter plaatse maximaal 125 gestapelde woningen toegestaan zijn met
^en hoogte van maximaal 3 bouwlagen langs de Balfortstraat en maximaal 4 bouwlagen ten aanzien van
te overige bebouwing.
De gronden aan de overzijde van de woning van belanghebbenden, hoek Irenestraat met de Beatrixstraat
ïiebben, evenals de woning van belanghebbenden, de bestemming "Woongebied". Op een afstand van
circa 42 meter ten westen van de woning van belanghebbenden zijn de gronden op de plankaart nader
feangeduid als "gestapelde bebouwing toegestaan, 7 bouwlagen".
Het perceel gelegen verder ten zuidwesten van de woning van belanghebbenden, ter hoogte van het
l/oormalige BP-benizinestation, had de bestemming "Motorbrandstoffenverkooppunt (Mbv)" en was
jbestemd voor de verkoop van motorbrandstoffen, met uitzondering van LPG en inbegrip van daaraan
gerelateerde detailhandel. De gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mocht ten hoogste 80 m2
bedragen en de maximale hoogte 4 meter. Burgemeester en wethouders waren bevoegd het plan te
wijzigen (art. 11 WRO) ten behoeve van het gebruik van deze bestemming voor woningbouw, met
inachtneming dat ter plaatse maximaal 6 aaneengesloten eengezinswoningen worden gebouwd.
De gronden ter hoogte van de Irenestraat hebben de bestemming "Verkeersdoeleinden" en zijn bestemd
woor stedelijke hoofdwegen met bijbehorende voet- en fietspaden, parkeer-, groen-, geluidwerende en
andere voorzieningen.
-1-