Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 25264]
Dienst/afdeling: JP
Ten aanzien van het gebruik van de gronden ten westen van de woning van belanghebbenden, heeft zich
in planologisch opzicht geen wijziging voorgedaan.
Gelet op het bovenstaande en gezien de als gevolg van de onderhavige planologische mutatie met zich
meegebrachte voordelen voor belanghebbenden in de vorm van een doorbreking van het gesloten forse
bebouwingsfront ten westen van de woning van belanghebbenden, is geen sprake van een relevante
verslechtering van de planologische situatie.
Planologische vergelijking 2.
Op grond van het bestemmingsplan "Van Sonsbeeckpark e.o." konden belanghebbenden tot op een
afstand van circa 11,25 meter ten zuiden van zijn woning worden geconfronteerd met de oprichting van
een gesloten bebouwingsfront met een maximale hoogte van 11 meter, een en ander ten behoeve van
bedrijven c.q. inrichtingen die voorkomen in de categorieën 1, 2 en 3 van de als bijlage bij het
bestemmingsplan opgenomen Staat van Bedrijven en Inrichtingen. Tevens konden ter plaatse
bedrijfswoningen, wegen, verhardingen, groen- en parkeer-, nuts- en lawaaiwerende voorzieningen
worden gerealiseerd. De hoogte van schoorstenen mocht ten hoogste 15 meter bedragen. Van deze
bebouwings- en gebruiksmogelijkheden ging een ruimtelijk nadelige invloed uit op de omgeving als
gevolg van de van de bedrijvigheid te verwachten vormen van overlast, zoals geluid- en stankhinder,
verkeersbewegingen van zwaar verkeer (aan- en afvoer van producten etc.) evenals visuele hinder
(zicht op gebouwen en opslagterreinen) en een zekere aantasting van de privacy als gevolg van de
(planologisch) mogelijke situering van bedrijfswoningen. De geluid- en stankhinder kende, gelet op de in
dezen toepasselijke milieuwet- en regelgeving, naar aard en intensiteit echter beperkingen.
Thans is op een afstand van circa 1 meter ten zuiden van de woning Irenestraat 15, en evenwijdig aan
de woning van belanghebbenden een appartementengebouw gerealiseerd, bestaande uit circa 36 appar
tementen. Het gebouw heeft ter hoogte van de Irenestraat een lengte van circa 125 meter en een breedte
van circa 14 meter. Het gebouw bestaat uit 5 woonlagen en heeft een nokhoogte van circa 15,7 meter.
De vijfde bouwlaag ligt circa 3 meter terug ten opzichte van de voorgevel. Op een afstand van circa 53
meter en verder ten zuidoosten van de woning van belanghebbenden, ter hoogte van de Balfortstraat,
zijn circa 19 aaneengesloten stadswoningen gerealiseerd, bestaande uit 4 bouwlagen. Tussen deze twee
gebouwen is een ruime en open binnenplaats gerealiseerd, gelegen op een afstand van circa 10 meter
ten zuiden van de woning van belanghebbenden. Onder de binnenplaats is een parkeergarage ten
behoeve van circa 110 parkeerplaatsen gelegen. De in- en uitrit van deze parkeergarage is gelegen ter
hoogte van de Balfortstraat.
Gezien de oude planologische forse bebouwingsmogelijkheden ter plaatse en gelet op de omstandig
heid dat thans geen sprake meer is van een gesloten bebouwingsfront verder ten zuiden van het
achterperceel van belanghebbenden, wordt aan het feit dat het appartementengebouw evenwijdig
aan de woning van belanghebbenden hoger is dan voorheen mogelijk was, in de sfeer van het uitzicht
geen overwegende betekenis toegekend. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het directe zicht vanuit
de woning van belanghebbenden in de richting van het appartementengebouw grotendeels wordt
afgeschermd door de woningen Irenestraat 13 en 15.
Ten aanzien van het gebruik van het gebied kan worden gesteld dat, als gevolg van de planologische
mutatie, potentieel milieuhinderlijke bedrijvigheid uit het gebied verder ten zuiden van het perceel van
belanghebbende is verdwenen. De nieuwe functie van het gebied (wonen) past naar zijn aard beter
bij de omgeving dan de oude functie (bedrijven). Ondanks dat ook de nieuwe woonfunctie nadelige
consequenties heeft voor belanghebbenden, dient te worden geconstateerd dat in planologisch opzicht
ter plaatse bedrijfswoningen gerealiseerd konden worden, op grond waarvan belanghebbenden in
planologische zin al aantasting van de privacy in de achtertuin en de woning kon verwachten. Hierbij is
vooral van belang dat de 36 appartementen ter hoogte van het uit 5 bouwlagen bestaande gebouw ter
hoogte van de Irenestraat, evenals de garage en het binnenterrein, niet rechtstreeks grenzen aan de
achtertuin van belanghebbenden, maar in grote mate worden afgeschermd door bebouwing ter hoogte
van de woningen Irenestraat 13 en 15 en de bij deze woningen bijhorende achterpercelen en bebouwing
in de vorm van bergingen en erfafscheidingen. Overwogen dient te worden dat slechts in geringe mate
sprake is van extra aantasting van privacy in de achtertuin van belanghebbenden.
-3-