Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 25239] Dienst/afdeling: CAJZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Consequenties Communicatie Agendapuntnummer: 1f Aantal bijlagen: - Beslissing op bezwaren van A. en J. Akkermans tegen de vestiging van een voorkeursrecht op basis van het structuurplan Breda Noordoost/ Teteringen Op 21 oktober 2004 besloot uw raad tot het vestigen van een voorkeursrecht op een perceel gelegen nabij de Groenstraat dat bij uw eerdere besluit van 15 juli 2004 tot vestiging van voorkeursrechten op gronden Breda Noordoost/Teteringen vergeten was. De eigenaren van dat perceel maken daartegen bezwaar omdat het voorkeursrecht niet op alle aaneengesloten percelen van hun bedrijf is gevestigd en omdat voor de vestiging van dit voorkeursrecht wordt teruggevallen op het op 27 mei 1999 door uw raad vastgestelde structuurplan Breda Noordoost/Teteringen. De adviescommissie bezwaarschriften belegde op 28 januari 2005 een hoorzitting (het verslag van die hoorzitting ligt bij de stukken ter inzage). Van de uitnodiging voor die hoorzitting maakten bezwaarden geen gebruik omdat zij meenden dat hun bezwaarschrift geen nadere toelichting behoefde. De bezwaren op (het bij de stukken ter inzage liggend) advies van de Adviescommissie bezwaarschriften ongegrond te verklaren en het bestreden besluit te handhaven. Een nieuwe vestiging van voorkeursrechten is nodig omdat de eerder door uw raad vastgestelde bestemmingsplannen "Om de Haenen", "Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers" en "De Woonakker", op basis waarvan uw raad eerder voorkeursrechten voor de uitbreiding van Breda Noordoost/Teteringen vestigde, door een uitspraak van de Raad van State d.d. 9 juni 2004 hun rechtskracht hebben verloren. Artikel 9 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) sluit het opnieuw vestigen van een voorkeursrecht op basis van een al eerder daarvoor gebruikt structuurplan niet uit omdat na de eerste vestiging inmiddels meer dan twee jaar zijn verstreken. Niet op alle bedrijfspercelen van bezwaarden zijn voorkeursrechten gevestigd omdat de begrenzing van het plangebied van het bestemmingsplan niet gelijk loopt met de begrenzing van hun bedrijfsgronden. Overigens voorziet artikel 11 van de Wvg in een verruiming van de aanbiedingsverplichting. Dat wil zeggen dat de verkoper de mogelijkheid heeft om desgewenst het aan de gemeente aan te bieden object te verruimen, bijvoorbeeld bij een samenhangend geheel van bedrijfsgronden. De gemeente is dan gehouden dat geheel in de aankoop te betrekken. Bezwaarden kunnen tegen uw beslissing in beroep gaan bij de rechtbank Breda, sector bestuursrecht. Bezwaarden hebben de gelegenheid gehad te worden gehoord door de Adviescommissie bezwaarschriften. Van deze gelegenheid hebben zij, om hen moverende redenen, geen gebruik gemaakt. Zij zullen, onder vermelding van hun beroepsmogelijkheden, schriftelijk van uw beslissing in kennis worden gesteld. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 18