Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 25340] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1i Aantal bijlagen: -- Toekennen planschadevergoeding aan dhr. A. Klein Poelhuis, Wiek 11 te Prinsenbeek. Namens de heer A. Klein Poelhuis, Wiek 11 te Prinsenbeek is op 23 juni 2004 een verzoek om plan schadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingekomen. Verzoeker is van mening dat hij door het bouwen van woningen aan de Molen de Beerstraat ("plan Groenhof') schade lijdt in de vorm van waardevermindering van zijn onroerend goed. Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoor- delingscommissie, de Johan van Oldenbarnevelt Stichting in Dordrecht. Besluiten tot het toekennen van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan verzoeker overeenkomstig bijgevoegd conceptraadsbesluit. In het verzoekschrift van 23 juni 2004 stelt verzoeker dat door de bestemmingswijziging hij in aanmerking komt voor planschade in verband met de vermindering van het woongenot door verslechtering uitzicht, vermindering privacy en verhoging verkeers- en bewonerslawaai. Verzoeker heeft tijdens de hoorzitting aangegeven, dat er voorts sprake is van een wijziging van de biotoop en het verdwijnen van het ruimtelijk zicht op de horizon. Om het verzoek te kunnen beoordelen is door schadebeoordelingscommissie een vergelijking gemaakt van de planologische regimes. Uit de vergelijking van de bestemmingsplannen "Woongebied" met de verleende vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1 van de WRO, blijkt dat er sprake is van een wijziging van het planologische regime. De gronden gelegen ten zuiden van de percelen van verzoeker mochten op grond van het bestemmingsplan veelal niet bebouwd worden. Er mochten slechts gebouwen gerealiseerd worden op de gronden met de bestemmingen "Garagebedrijven" en "Ambachtelijke en verzorgende bedrijven". Er mocht per bedrijf één bedrijfswoning worden gebouwd. Voorts mochten er op de gronden andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd. Thans zijn op de betreffende percelen in het totaal 28 woningen gebouwd. De hierboven beschreven wijzigingen leiden tot verschillende planologische voor- en nadelen. De plano logische nadelen bestaan uit verdichting van de bebouwing en beperkte aantasting van de privacy van verzoeker. Deze nadelen leiden tot waardeverminderingen. De planologische voordelen vloeien voort uit het wegvallen va de bestemmingen "Opslagterrein", "Garagebedrijven" en de gedeeltelijke wijziging van de bestemming "Ambachtelijke en verzorgende bedrijven". Op grond van het thans geldende regime is geen sprake meer van bedrijfsmatige geluidhinder en (de mogelijkheid tot) geurhinder, nu de gronden grenzend aan de percelen van verzoeker niet meer bestemd zijn voor opslagterrein en garagebedrijf. Voorts biedt het huidige planologische regime geen mogelijkheid tot vestiging van een garagebedrijf met installaties voor de verkoop van motorbrandstoffen, hetgeen eveneens kan worden aangemerkt als een planologisch voordeel. Er kan daarom worden geconcludeerd dat de waardeverminderingen, voortkomend uit de planologische nadelen, grotendeels worden gecompenseerd en dat verzoeker als gevolg van de wijzigingen in een licht nadeliger plano logische situatie is komen te verkeren, ten gevolge waarvan hij schade lijdt of zal lijden. De schadebeoordelingscommissie adviseert, gelet op het vorenstaande en rekening houdende met de waarde van het perceel Wiek 11 te Prinsenbeek direct voorafgaand aan en direct na wijziging van het planologische regime, aan verzoeker een vergoeding op grond van artikel 49 WRO toe te kennen van 9.500,-- exclusief de wettelijke rente, gerekend vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 23 juni 2004. Ons college kan instemmen met het door de schadebeoordelingscommissie aan u uitgebracht advies en stelt uw raad voor het verzoek om planschade toe te wijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 29