Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 25192]
Dienst/afdeling: JP
Consequenties
Communicatie
Referendum
2. De Groene Koepel
Samenvatting
Reclamanten wijzen op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake
de weigering van de kapvergunning voor de aanwezige populieren langs het trapveld en vinden dat de
bomenrij in het bestemmingsplan opgenomen dienen te worden. Reclamant vindt tevens dat de
bouwmogelijkheid voor de woning grenzend aan de groenstrook in het bestemmingsplan niet mogelijk
gemaakt moet worden en dat initiatief hiertoe richting de ontwikkelaar genomen moet worden.
Tevens moet het onderzoek naar de vergiftiging van de bomen voortgezet worden.
Beoordeling
In het bestemmingsplan wordt in de toelichting op pagina 8 en 15 de groenstructuren beschreven. Het
beschrijven van deze structuren betekent niet op voorhand dat geen enkel groenelement zou mogen
verdwijnen: uitgangspunt is dat het groen als structuur aanwezig blijft en dat het openbaar groen en
structurele betekenis heeft voor de beleving van de buurt.
Dit geldt ook voor de groenstructuur rondom het speelveld, waarvoor de bestemming "groenvoorziening"
al in het plan is opgenomen. Nu helaas de populieren, waarvoor een kapverbod gold, niet meer aanwezig
zijn, zullen nieuwe bomen worden geplaatst en een inrichtingsplan voor het speelveld wordt in overleg
met de buurt gemaakt.
Voor het perceel, dat grenst aan het speelveld, is de vrijstelling op grond van de procedure van artikel 19,
lid 1 verleend en is de betreffende bouwvergunning onherroepelijk. Dit betekent dat, nu geen
belemmering meer aanwezig is, de ontwikkelaar de woning op dit perceel kan bouwen op grond van een
onherroepelijke bouwvergunning en wij zien geen redenen om de bouwvergunning voor dit perceel in te
trekken dan wel de ontwikkelaar hiertoe te bewegen.
Het al dan niet voortzetten van het onderzoek naar de vergiftiging van de bomen is een zaak, die niet
thuishoort in de procedure van het bestemmingsplan.
Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze ongegrond.
Juridische
Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen diegenen die zienswijzen
hebben ingebracht, danwel diegenen die kunnen aantonen daartoe niet in de gelegenheid te zijn
geweest, bedenkingen inbrengen bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en eventueel daarna
beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Na vaststelling door de gemeenteraad zal het bestemmingsplan zo spoedig mogelijk ter inzage gelegd
worden gedurende 4 weken en publicatie hiervan zal plaatsvinden middels aankondiging in Het
Stadsblad en De Staatscourant.
Niet van toepassing.