Hetgeen hierboven is aangegeven voor de weigeringsgronden geldt mutatis mutandis ook voor het
aanhouden van een aanvraag. Ook deze gronden zijn opgenomen in het Huisvestingsbesluit en
kunnen eveneens slechts worden toegepast indien deze zijn opgenomen in de
Huisvestingsverordening.
Artikel 8 Intrekken van de splitsingsvergunning
De bevoegdheid om een splitsingsvergunning in te trekken is ontleend aan artikel 38 van de
Huisvestingswet. Alvorens daartoe wordt overgegaan zal de vergunninghouder op grond van de Awb
in de gelegenheid moeten worden gesteld om daarover zijn mening kenbaar te maken. Tegen het
intrekkingsbesluit staat vervolgens bezwaar, beroep en hoger beroep open.
Artikel 9 Hardheidsclausule
Onder zeer bijzondere omstandigheden mogen burgemeester en wethouders ten gunste van de
aanvrager afwijken van deze verordening. Indien zij van oordeel zijn dat toepassing van de
verordening tot een bijzondere hardheid leidt. Het moge duidelijk zijn dat van dit artikel slechts bij
hoge uitzondering gebruik zal worden gemaakt. Het is niet opgenomen om de weigeringsgronden te
omzeilen en ook niet om verwijtbaar handelen van de aanvrager, bijvoorbeeld het reeds op voorhand
aangaan van contractuele verplichtingen met derden zonder in het bezit te zijn van een
splitsingsvergunning, te rechtvaardigen.
Artikel 11 Toezicht
Op de naleving van de verordening wordt toegezien door de op grond van artikel 100 van de
Woningwet aangewezen ambtenaren (buitendienst Bouw- en woningtoezicht), alsmede daartoe
bepaaldelijk aangewezen toezichthouders. Indien een verordening toezichthouders noemt, dan
beschikken die toezichthouders automatisch over een aantal in de Awb genoemde bevoegdheden die
zijn toebedeeld aan toezichthouders die hun bevoegdheid ontlenen aan een wettelijk voorschrift.
7