Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26057]
Dienst/afdeling: BEL
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 6
Aantal bijlagen: - 2 -
Het vaststellen van de verordening tot wijziging van de 'Legesverordening Breda 1997'.
Sinds 2002 is het huidige artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) van kracht.
Met behulp van dit artikel kan vrijstelling worden verleend voor bebouwing of gebruik dat niet past binnen
het bestemmingsplan. Voor de afhandeling van de artikel 19 WRO-procedure kunnen leges worden
geheven. In de huidige tarieventabel behorende bij de 'Legesverordening Breda 1997' worden de WRO-
leges afgeleid van de bouwleges. De vaststelling van het "art. 19 WRO legesbedrag" wordt tot nu toe dan
ook door de afdeling Bouw en Woningtoezicht (hierna: BWT) verzorgd.
Al vele jaren is het in Breda gebruikelijk dat het bepalen van de 100%-kostendekkendheidseis (conform
Programakkoord 2002-2006) geschiedt op afdelingsniveau. De WRO-leges zijn echter tot 2005 altijd
meegenomen bij hoofdstuk 5 (BWT) van de tarieventabel behorende bij de 'Legesverordening Breda
1997'.
Recentelijk is ervoor gekozen om, nu in tegenstelling tot de bouwvergunning en de vrijstellingsverlening
ex art. 17 WRO en 19, lid 3, WRO, het zwaartepunt van de activiteiten bij 19, lid 1 en 19, lid 2, WRO, bij
de afdeling Ruimtelijke Ordening ligt, de leges voor deze producten afzonderlijk te bezien.
Bij een nadere evaluatie van de huidige legessystematiek is gebleken dat er ten aanzien van de
artikel 19 WRO-leges sprake is van onvoldoende transparantie in het legestarief, dat er géén sprake is
van (maximaal100%) kostendekkende tarieven en dat de legesnota's -nadat de bouwvergunning(en)
is/zijn verleend- onvoldoende tijdig worden opgelegd.
Vast te stellen de bijgevoegde verordening tot wijziging van de 'Legesverordening Breda 1997'.
Om de in de inleiding gekenschetste problematiek op te lossen, wordt voor de berekening van de leges
ex art. 19, lid. 1en 19, lid 2, WRO, voorgesteld, om een nieuwe legessystematiek te hanteren. Hierbij zijn
de volgende uitgangspunten gehanteerd:
de relatie met de bouwkosten wordt voor een deel losgelaten (vast basisbedrag);
de kosten en opbrengsten worden -omdat anders een negatief resultaat in de begroting van 2006
dient te worden opgenomen- op 'heffingsniveau' in evenwicht gebracht;
voor het in behandeling nemen van een principeverzoek om vrijstelling wordt ook leges geïnd;
leges worden eerder opgelegd;
duidelijke scheiding met werkzaamheden toetsing schetsplan (geen dubbele belastingheffing);
een zekere drempelwerking is gewenst (waarbij géén "schrik-effect" wordt beoogd);
rechtsbescherming mag niet worden gedekt uit de legesopbrengsten.
-1-