Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26057]
Dienst/afdeling: BEL
Heffingsgrondslag
Voor wat betreft de keuze van de heffingsgrondslag van de RO-legesheffing, is -nadat verschillende
varianten zijn onderzocht; waarbij een relatie tussen de (kosten) van de werkzaamheden en de hoogte
van het legestarief dient te liggen- in dit onderhavige voorstel gekozen voor het handhaven van de
huidige systematiek. Alléén zijn de 'plafonds' gewijzigd en zijn de percentages verhoogd. Het voorgaande
heeft als voordeel dat de beleidsmatige breuk met het verleden het kleinst is. De systematiek verandert
immers niet, alléén de uiteindelijke opbrengsten wijzigen. De in het onderhavige voorstel/besluit gekozen
grondslag is echter transparanter dan de huidige grondslag, blijft evenals de huidige grondslag eenvoudig
toepasbaar en levert, in tegenstelling tot de huidige RO-legestarieven, kostendekkende tarieven op.
In het onderhavige voorstel wordt voorgesteld om -evenals in alle andere onderzochte varianten- een
vast legesbedrag, voor het in behandeling nemen van een principeverzoek, te berekenen. Het argument
hiervoor is dat het voor de administratieve kosten die worden gemaakt in de aanloop van de procedure
(de principeaanvraag) nagenoeg niets uitmaakt hoe groot het uiteindelijke plan is; de enkele afwijking van
het bestemmingsplan noodzaakt in deze fase tot het voeren van overleg met veel in- en externe
instanties en het inwinnen van veel deeladviezen.
Voorzover een vrijstellingsverzoek een niet-bouwvergunningplichtige (bv; een aanlegvergunningplichtige)
activiteit betreft, is naast het basisbedrag een vast legesbedrag dat afgestemd is op de gemiddelde
kosten die gemaakt worden voor een besluit omtrent vrijstelling, in de bijgevoegde legestarieventabel
opgenomen.
Vergelijking andere steden (bijlage 2)
Ter vergelijking is ook onderzocht op welke wijze -vergelijkbare- andere gemeenten de onderhavige vorm
van dienstverlening in hun RO-legestarieven doorberekenen. De resultaten van deze vergelijking zijn
opgenomen in bijlage 2. Het blijkt, doordat het Bredase legessysteem voor art 19 WRO al geruime tijd
niet meer integraal is herzien (dateert van voor de wijziging in de WRO van 2000), dat de tarieven,
percentages en plafonds niet meer zijn afgestemd op de meer arbeidsintensieve dienstverlening die de
nieuwe vrijstelling (zelfstandige projectprocedure) vereist.
Gevolgen voor het bouwen in de stad:
De hoogte van de leges mag geen sturingsinstrument zijn. Kostendekkendheid is het uitgangspunt.
Wél moet worden nagegaan of de nieuwe hoogte van zo'n reële legesheffing gevolgen kan hebben voor
de huidige bouwpraktijken. Onderscheid moet worden gemaakt in kleine, middelgrote en grote
bouwprojecten.
Naar verwachting zal er voor de kleinere, vaak particuliere aanvagen, geen gevolg zijn. Weliswaar moet
men, anders dan voorheen, betalen voor de behandeling van een principe-aanvraag, maar men wordt
daarover, voordat de iegesplichtige activiteiten worden verricht, in kennis gesteld. Als de kosten (€1000)
het breekpunt vormen zal men ofwel het bouwplan aanpassen zodat het binnen het bestemmingsplan
past, ofwel alsnog gebruik maken van de vrijstellingsmogelijkheden die de WRO in artikel 19, lid 3 biedt
of, afhankelijk van de gemeentelijke planning, wachten op de eerstvolgende bestemmingsplanherziening.
Voor middelgrote plannen (bouw van een of enkele woningen, zowel particulier als projectontwikkelaars)
geldt hetzelfde, met dien verstande dat de legeskosten relatief gezien lager zijn ten opzichte van de totale
investering, zo om en nabij de 1,5 van de bouwkosten. Het eventuele effect op het "bouwgedrag" zal
dus nog geringer zijn.
Voor de grote bouwplannen, die veelal gebouwd worden door de ontwikkelaars en corporaties, geldt dat
de legestarieven gelijk worden getrokken met die van steden van vergelijkbare omvang. Breda, met zijn
gunstige woon- en werkklimaat en minimaal regionale centrumfunctie zal qua concurrentiepositie in dit
segment niet te lijden hebben onder het gelijktrekken van de tarieven.
Samengevat kan gesteld worden dat het niet waarschijnlijk is dat de hoogte van de leges gevolgen heeft
voor de wijze waarop en het tempo waarin Breda bouwt.
-2-