Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 25857] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 7 Aantal bijlagen: Niet-ontvankelijk verklaren verzoek om planschadevergoeding M.C. van Haperen, Rithsestraat 128 te Breda. Door M.C. van Haperen, Rithsestraat 128 te Breda is verzocht om planschadevergoeding. Het verzoek is getoetst aan de wettelijke vereisten. Het verzoek voldoet niet hieraan. Het verzoek om planschadevergoeding van 7 april 2005 van M.C. van Haperen, Rithsestraat 128 te Breda niet-ontvankelijk te verklaren. Om in aanmerking te komen voor planschadevergoeding dient aan een aantal wettelijke vereisten te worden voldaan. Deze vereisten zijn opgenomen in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). In artikel 49 WRO staat: Voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van: a. de bepalingen van een bestemmingsplan, b. het besluit omtrent vrijstelling, als bedoeld in de artikelen 17 of 19, c. het besluit tot het verlenen van vrijstelling ingevolge artikel 40, of van een vergunning of andere beschikking ingevolge artikel 41, d. de aanhouding van het besluit omtrent het verlenen van een bouw- of aanlegvergunning ingevolge artikel 50, eerste lid, van de Woningwet dan wel ingevolge artikel 46, tweede lid, e. aanwijzingen als bedoeld in artikel 37, tweede of vijfde lid, f. het koninklijk besluit als bedoeld in artikel 66, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Ingeval van schade ten gevolge van de aanhouding bedoeld onder d kan het verzoek om schadevergoeding eerst worden ingediend na de ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan. In het geval van dhr. Van Haperen is zijn bedrijf verplaatst in verband met de aanleg van de HSL A16. De door hem als compensatie verkregen gronden zijn gelegen in het bestemmingsplan "Buitengebied" van de gemeente Breda. De gronden hadden en hebben nog steeds de bestemming "Agrarische gebied met landschappelijke en/of kultuurhistorische waarde". Om in aanmerking te komen voor planschadevergoeding moet sprake zijn van een wijziging van het planologisch regieme. Dit kan onder meer door een (tijdelijke) vrijstelling ex artikel 17 of 19 WRO of het vaststellen van een bestemmingsplan waarin de in eigendom zijnde percelen een andere bestemming of gebruiksmogelijkheden hebben gekregen. Voor de gronden die na verplaatsing in eigendom zijn gekomen bij dhr. Van Haperen is hiervan geen sprake. Dit houdt in dat er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 49 WRO, waardoor dhr. M.C. van Haperen schade lijdt. U wordt daarom geadviseerd om het verzoek om planschade niet-ontvankelijk te verklaren. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 113