Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 25506]
Dienst/afdeling: CPO
Fiscale standaardpositie
Als niet voor de loonbelasting wordt geopteerd dan geldt voor de wethouder dat hij voor de Wet
inkomstenbelasting 2001 resultaat uit een werkzaamheid geniet. In dat geval is het winstsysteem
van toepassing. Betrokkene moet dan alle ontvangsten verantwoorden als winst en kan de
gemaakte kosten daarop in mindering brengen. Zij kunnen niet deelnemen aan de
spaarloonregeling.
Betrokkenen kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting hun werkelijke beroepskosten, met
inachtneming van een aantal wettelijke beperkingen en normeringen, in mindering brengen op hun
belastbaar inkomen (belastbare resultaat). De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en
verstrekkingen op grond van deze verordening aan de Belastingdienst te melden middels een
opgave IB47. Verstrekkingen moeten naar de waarde in het economische verkeer worden
opgegeven (niet naar de forfaitaire bedragen die gelden voor hen die van de 'opting-in-regeling'
gebruik maken). Ook voor de hoogte van de vaste kostenvergoeding maakt het verschil uit of de
wethouder wel of niet heeft geopteerd voor de loonbelasting (zie daarvoor hieronder de toelichting
op de artikel 2)
Zoals hierboven naar voren is gekomen kan de keuze om al of niet te opteren voor de loonbelasting
voor de wethouder ingrijpende gevolgen hebben. De beslissing om voor de loonbelasting te opteren
kan eenmaal per zittingsperiode worden gemaakt en geldt in beginsel voor de (resterende)
zittingsperiode. Wel kan betrokkene als spijtoptant terugkomen op deze beslissing voor de
resterende periode. Opteren voor de loonbelasting hoeft niet bij aanvang van de zittingsperiode te
gebeuren maar kan ook gedurende de zittingsperiode voor de resterende periode.
De vergoedingssystematiek
Voor de uitoefening van het politieke ambt moeten bestuurders niet het eigen inkomen hoeven aan
te spreken Een adequate vergoedingssystematiek is daarom van belang. Waar er functionele
uitgaven zijn verdient het aanbeveling terughoudend te zijn met een financieringswijze waarin de
bestuurder deze uit eigen middelen vooruit betaalt en de gemeente ze terugbetaalt. Eigen middelen
en publieke middelen moeten zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden. Vanuit die overweging
heeft het de voorkeur de kosten direct in rekening te brengen bij de gemeente. Aan de mogelijkheid
om zo nodig declaraties in te dienen zal echter behoefte blijven bestaan. Als
vergoedingssystematiek is gekozen voor de volgende wijze van redeneren: