Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26155]
Dienst/afdeling: CAJZ
Consequenties
De commissie meent dan ook dat de door de raad aan de betrokken percelen toegedachte globale
bestemming "woningen, voorzieningen, bedrijven, recreatie en bijbehorende infrastructuur", zoals
aangegeven op de bij het raadsbesluit behorende kaart, niet in strijd is met de tekst of doelstelling van
artikel 8 Wvg. In deze opvatting voelt de commissie zich gesteund door de uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 23 november 1999, H01.99.0530.
- waardevermindering
Als blijkt dat onroerende zaken moeten worden aangekocht dan dienen de oorspronkelijke eigenaren op
grond van artikel 40 van de Onteigeningswet volledig schadeloos te worden gesteld. Als door een
toekomstige bestemmingswijziging waardevermindering optreedt, dan kan op grond van artikel 49 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening een beroep op vergoeding van planschade worden gedaan. Vestiging
van een voorkeursrecht levert geen financieel verlies op.
- eiqendomsbeperkinq
Eigendomsbeperking is inherent aan en vloeit voort uit de aard en strekking van de Wvg en kan voor een
lange periode worden opgelegd. Artikel 10, tweede lid, van de Wvg geeft de uitzonderingen waarin de
voorkeurspositie van de gemeente niet van toepassing is. Een van de uitzonderingen betreft volgens
artikel 10, tweede lid, onder b, van de Wvg, de verdeling van een huwelijksgemeenschap of een
nalatenschap. In dat artikel is ook een uitzondering gemaakt voor vervreemding ingevolge een voor het
tijdstip van terinzagelegging van het besluit tot vestiging van het voorkeursrecht al bestaande
overeenkomst. De door B.J.M. van Gils in kopie overgelegde intentieovereenkomst d.d. 23 juni 2004 valt
niet onder die uitzonderingsbepaling, alleen al niet omdat het "slechts" om een intentieverklaring gaat,
inhoudende de intentie om te streven naar het totstandkomen van een overeenkomst.
- beperking bedrijfsuitoefening
Het voorkeursrecht is alleen bedoeld om het gemeentebestuur een voorkeurspositie te verschaffen bij
vervreemding van gronden en opstallen. Het is er niet op gericht om bedrijfsuitbreiding tegen te gaan. Als
bedrijfsuitbreiding volgens de stedenbouwkundige voorschriften en milieubepalingen is toegelaten dan is
het gemeentebestuur gehouden daaraan medewerking te verlenen. Aan die medewerking kunnen wel
voorwaarden worden verbonden.
Hierboven is reeds gesteld dat eigendomsbeperking inherent is aan en voortvloeit uit de aard en
strekking van de Wvg. Hetzelfde geldt voor de beperking van de aankoop van gronden in het betreffende
gebied ten behoeve van bedrijfsuitbreiding. Nu de Wvg rechtmatig wordt toegepast behoren dergelijke
beperkingen tot het normaal maatschappelijk risico.
Tenslotte dient ten aanzien van het perceel van de heer A.C. Westerveld te worden vermeld dat dit te
koop is aangeboden aan de gemeente. Nu de gemeente niet tot aankoop is overgegaan, is de eigenaar
drie jaar vrij om het perceel te vervreemden aan derden.
Gelet op de spoedeisendheid en vertrouwelijke aard van deze procedure is geen gebruik gemaakt van de
op grond van de 4:11onder a en c, van de Awb toekomende bevoegdheid geen toepassing te geven
aan artikel 4:8 van de Awb, het vooraf horen van geadresseerde. Gelet op het doel van een
voorkeursrecht - het verwerven van een betere positie op de vastgoedmarkt - en de in dit geval geboden
spoed (nieuwe provinciale stedenbouwkundige ontwikkelingen), is terecht van deze bevoegdheid gebruik
gemaakt.
Niet is gebleken dat het bestreden besluit op onjuiste of onzorgvuldige wijze is totstandgekomen of dat
daaraan anderszins gebreken kleven. Het besluit kan worden gedragen door de daaraan ten grondslag
gelegde motivering.
Juridische:
Belanghebbenden kunnen tegen de beslissing op bezwaar binnen zes weken beroep instellen bij de
rechtbank Breda.
-2-