de ten hoogste redelijke huurprijs van de voor verhuur te boek staande woonruimte van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft; c. een niet langer dan twee maanden voor de datum van het indienen van de aanvraag opgesteld rapport, indien de bouwvergunning voor de woning op het moment van indiening van de aanvraag voor de splitsingsvergunning langer dan tien jaar geleden is verleend. Dit rapport dient te zijn opgesteld door een makelaar of taxateur, ingeschreven in het Register Vastgoed Taxateur, Register Makelaar-Taxateur of bij de Stichting Certificering VBO- makelaars of een deskundige op het gebied van de bouwtechniek. Dit rapport dient ten minste te bevatten een beschrijving en een beoordeling van de onderhoudstoestand van het gebouw en de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten van het gebouw. Dit rapport bevat in ieder geval een beschrijving en beoordeling van de staat van onderhoud van de fundering, het casco en de gas-, elektriciteits- en luchtbehandelingsinstallatie van het gebouw en de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten, zulks mede gelet op de eisen vermeld in het Bouwbesluit, zoals dat geldt op de dag van indiening van de aanvraag; d. een ingevuld woonwaarderingsformulier zelfstandige woonruimte, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit huurprijzen woonruimte. 4, De aanvraag, alsmede alle daarbij behorende bescheiden dienen in de Nederlandse taal te zijn gesteld. Indien de bij de aanvraag behorende bescheiden niet zijn gesteld in de Nederlandse taal, dan dienen deze te zijn vergezeld van een door een in de desbetreffende vreemde taal beëdigde vertaler opgemaakte beëdigde vertaling van de aanvraag en die bescheiden. 5. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk binnen twaalf weken na ontvangst de aanvraag. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Artikel 5 Gronden voor de weigering van een splitsingsvergunning, betrekkende hebbend op de samenstelling van de woonruimtevoorraad 1. Burgemeester en wethouders kunnen de splitsingsvergunning weigeren indien: a. het gebouw of een gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, één of meer woonruimten bevat die verhuurd worden of die laatstelijk verhuurd zijn geweest; b. het gebouw is gesitueerd in een gedeelte van de gemeente Breda dat is aangegeven op de bij deze verordening behorende bijlage en de huurprijs van één of meer van de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten daarvan lager is dan het bedrag dat is vastgesteld op grond van artikel 20, tweede lid, onder b, van de Huursubsidiewet; c. de aanvrager niet kan waarborgen, dat die woonruimte of woonruimten na de voorgenomen splitsing bestemd blijft of blijven, of de voormalige woonruimte of woonruimten na de voorgenomen splitsing opnieuw bestemd zullen worden voor verhuur ter bewoning, en d. het belang dat de vergunning bij splitsing heeft, niet opweegt tegen het belang van het behoud van de woonruimtevoorraad binnen de gemeente als geheel dan wel een deel daarvan, voor zover die woonruimtevoorraad voor verhuur is bestemd. 2. De splitsingsvergunning kan eveneens worden geweigerd, indien: a. het gebouw of het gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, voor zover het geheel of gedeeltelijk verhuurd is geweest voor bewoning, in strijd met de voorschriften van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, of met enig wettelijk voorschrift geheel of gedeeltelijk voor een ander doel dan voor bewoning in gebruik is genomen; b. de huurprijs van een of meer van de voormalige woonruimten lager is dan het krachtens het eerste lid, onder b, vastgestelde bedrag; c. niet gewaarborgd is, dat die woonruimte of woonruimten na de voorgenomen splitsing bestemd blijven voor verhuur ter bewoning, en d. het belang dat de vergunning bij splitsing heeft, niet opweegt tegen het belang van het behoud van de woonruimtevoorraad binnen de gemeente als geheel dan wel een deel daarvan, voor zover die woonruimtevoorraad voor verhuur is bestemd. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 99