Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 25506]
Dienst/afdeling: CPO
Artikel 2 Ambtstoelage of onkostenvergoeding
1Aan de burgemeester wordt een ambtstoelage toegekend voor aan de uitoefening van het ambt
verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 16 van het Rechtspositiebesluit
Burgemeester 1994.
2. Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van
het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het
Rechtspositiebesluit wethouders.
3. Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de
Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt
aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is
aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
4. Indien de wethouder op grond van artikel 15 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen
ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het
ambt verbonden kosten, in afwijking van het tweede en derde lid, 91% van het voor hem ingevolge
het tweede lid of derde lid geldende bedrag.
Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer
1Aan de burgemeester wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van
tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een
tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of
krachtens de Regeling rechtspositie burgemeesters zijn vastgesteld.
2. Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling,
indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de
kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens Regeling
rechtspositie wethouders 1989 zijn vastgesteld.
w
-2-