Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26150]
Dienst/afdeling: JP
2. C.G.M. Nieuwstad en J.J.Nieuwstad-Holtzer
Samenvatting
Reclamant is van mening dat de Graaf Hendrik 11l-laan niet moet worden aangemerkt als
"stadsverkeerontsluitingsweg" maar als "wijkontsluitingsweg". Hij vindt dat het degraderen van de functie
van deze weg vanuit milieu-hygiënisch oogpunt (luchtkwaliteit) en vanwege de verkeersveiligheid meer
dan gewenst is.
Beoordeling
In het Verkeersplan Breda is het verkeersbeleid van de gemeente opgenomen. In dit verkeersplan is een
onderscheid gemaakt in verschillende categorieën wegen. De groei van het autoverkeer wordt
geconcentreerd op de stedelijke hoofdwegen, die functioneren voor het doorgaande verkeer. Er is daarbij
een onderscheid gemaakt in stadsontsluitingswegen (zoals de Noordelijke en Zuidelijke Rondweg) en
wijkontsluitingswegen. Voor deze wegen geldt de bestemming "Verkeersdoeleinden".
De Graaf Hendrik Hl-laan maakt onderdeel uit van de stedelijke hoofdstructuur en fungeert daarbij als
wijkontsluitingsweg, dus niet als stadsontsluitingsweg. Bij de evaluatie van de verkeerssituatie op de
Graaf Hendrik lll-laan wordt hiermee rekening gehouden.
Het degraderen van de Graaf Hendrik lll-laan zou kunnen betekenen dat juist meer verkeer via andere
hoofdwegen of zelfs via woonwijken en buurten gaat rijden. Dit zou een onacceptabele keuze zijn, waarbij
zaken als veiligheid, leefbaarheid, bereikbaarheid en luchtkwaliteit onder druk komen te staan.
Er zijn andere gebieden waarin de leefbaarheid en het verblijfsklimaat centraal staan. Alle
verblijfsgebieden in de stad zijn of worden een 30 km/uur gebied. Voor de wegen in deze gebieden is de
bestemming "Verkeers- en verblijfsdoeleinden" opgenomen. Om de leefbaarheid in de woongebieden te
waarborgen, is het van belang om op de stedelijke hoofdstructuur (stads- en wijkontsluitingswegen)
maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Hiervoor wordt een plan opgesteld. Eén van de
hoofdlijnen van beleid op dit gebied is het optimaal benutten van (stedelijke) hoofdwegen. Door het
verkeer op de hoofdwegen te bundelen blijven andere kwetsbare gebieden vrij van overlast. Hierbij is het
noodzakelijk de doorstroming op de hoofdwegen te bevorderen. Te denken valt hierbij aan een betere
benutting van de bestaande hoofdwegen. Doorstroming van het verkeer, (dynamische)
snelheidsbeheersing en technische innovaties (roetfilters, schonere brandstoffen) kunnen de
luchtkwaliteit in sterke mate verbeteren.
Voor wat betreft de verkeersveiligheid wordt opgemerkt dat naar aanleiding van onder andere het
dodelijke ongeval bij de zebra op de Graaf Hendrik lll-laan opnieuw zal worden bezien of en welke
maatregelen er nodig zijn om de verkeersveiligheid te verbeteren. In de kadernota 2006 is een bedrag
van 75.000 euro gereserveerd om hier maatregelen te kunnen nemen.
Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze ongegrond.
3. Kessels, Hanssen, t'Sas advocaten
Samenvatting
Op de eerste plaats wordt verzocht om voor het pand Julianalaan 1, dat in het ontwerpbestemmingsplan
de bestemming "Kantoren" heeft, ook een woonbestemming op te nemen.
Verder wil reclamant dat de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen maximale goothoogte van 8
meter wordt gewijzigd in een bouwhoogte van 15 meter, zoals in de Bouwverordening is opgenomen.
Tenslotte wordt gevraagd de rooilijnen aan de zijde van de Michiel de Ruyterstraat evenwijdig te laten
lopen aan deze straat.
Beoordeling
Het bestemmingsplan Boeimeer is een conserverend bestemmingsplan. Het gehele plangebied kan in
juridisch-planologisch opzicht worden opgevat als een beheergebied. Bij het opstellen van het
bestemmingsplan is het uitgangspunt dan ook geweest het vastleggen van de bestaande situatie. Voor
het pand Julianalaan 1 is daarom de bestemming "Kantoren" opgenomen. Het realiseren van
meergezinswoningen op deze plek is niet binnen afzienbare termijn te verwachten. Bovendien is wonen
hier op dit moment geen gewenste functie. Er bestaat geen duidelijkheid over bepaalde aspecten, die van
belang zijn voor het al dan niet toestaan van een woonfunctie, zoals geluid, luchtkwaliteit en
-2-