Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26150]
Dienst/afdeling: JP
parkeercapaciteit. Vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening is het op dit moment niet wenselijk
om de mogelijkheid van extra woningen aan deze bestemming toe te voegen.
Eventueel kan, indien in de toekomst meer duidelijkheid bestaat met betrekking tot bovengenoemde
aspecten, aan het realiseren van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen medewerking verleend worden via
een bestemmingsplanherziening dan wel het voeren van een procedure ex artikel 19 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening.
Voor wat betreft de hoogte wordt het volgende opgemerkt. Op grond van de Bouwverordening is niet,
zoals reclamant stelt, voor het gehele perceel een hoogte van 15 meter toegestaan. De toegelaten
hoogte varieert van 3 tot 15 meter. Op sommige plaatsen mag hoger worden gebouwd dan de 8 m.
goothoogte die op grond van het ontwerp-bestemmingsplan is toegestaan, maar op andere plaatsen mag
slechts tot 3, 5 of 6 meter hoogte worden gebouwd. De mogelijkheden van het ontwerp-bestemmingsplan
zijn dus niet minder, maar vooral anders dan die van de Bouwverordening. In het ontwerp-bestem
mingsplan is de regeling zodanig dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar een gesloten bouwblok aan de
straatzijde, hetgeen uit stedenbouwkundig oogpunt het meest wenselijk is. Er bestaat dan ook geen
aanleiding het ontwerp-bestemmingsplan op dit punt aan te passen.
Tenslotte worden de bouwgrenzen aan de zijde van de Michiel de Ruyterstraat zodanig aangepast dat ze
evenwijdig lopen aan deze straat. Hiermee wordt op dit punt aan de bezwaren van reclamant
tegemoetgekomen.
Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze gedeeltelijke gegrond en gedeeltelijk
ongegrond.
4. J. Koeken
Samenvatting
Reclamant maakt op de eerste plaats bezwaar tegen de procedurele gang van zaken bij de
tervisielegging van het bestemmingsplan. Tijdens de periode van tervisielegging van het ontwerp-
bestemmingsplan heeft reclamant de gemeentelijke website geraadpleegd. Hierbij kwam hij tot de
conclusie dat de plankaart op internet anders was dan de plankaart die in het stadskantoor ter visie lag.
Op internet was sprake van de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" voor onder andere de woning
van reclamant en van de bestemming "Verkeers- en verblijfsdoeleinden" voor de groenstrook gelegen
tegenover zijn woning. Op de plankaart die in het stadskantoor ter visie lag, was sprake van een
bestemming "Woondoeleinden" respectievelijk "Groenvoorzieningen". Reclamant is het niet eens met de
bestemmingen die op internet te zien zijn geweest en is van mening dat de procedure opnieuw moet
worden opgestart.
Inhoudelijk maakt reclamant bezwaar tegen de bestemming "Verkeers- en verblijfsdoeleinden" voor de
groenstrook gelegen tegenover zijn woning. Hij verzoekt het bestemmingsplan voor wat betreft deze
groenstrook gewijzigd vast te stellen door de bestemming "Groenvoorzieningen" toe te kennen.
Beoordeling
Tijdens de periode van tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan was op de gemeentelijke
website abusievelijk nog het, op een aantal punten onjuiste, voorontwerp-bestemmingsplan Boeimeer te
zien. Hoewel was vermeld dat het ging om het voorontwerp en de datum van 18 februari 2005 was
opgenomen, was dit uiteraard niet de bedoeling.
Volgens de huidige WRO kan alleen het analoge bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Het
analoge bestemmingsplan is juridisch bindend. Bij verschillen tussen de analoge en digitale versie van
het plan is het analoge plan dus maatgevend. Het opnieuw opstarten van de procedure is derhalve niet
aan de orde.
In het analoge plan is voor het woongebiedje, waarvan de woning van reclamant deel uitmaakt, de door
reclamant gewenste woonbestemming opgenomen. Ook de groenstrook tegenover de woning van
reclamant heeft, na heroverweging, bij de tervisielegging de gewenste bestemming "Groenvoorzieningen"
gekregen.
Dit betekent dat een wijziging van het ontwerp-bestemmingsplan op de door reclamant gevraagde punten
niet nodig is. Het ontwerp voldoet al aan zijn wensen.
-3-