GGD West-Brabant
Begroting 2006
7 Financieringsbeleid
Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie. De uitvoering vindt zijn weerslag in de
begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde, terwijl in het
jaarverslag de realisatie van de plannen en de verschillenanalyse wordt gerapporteerd.
Het treasurystatuut maakt onderscheid in de volgende elementen:
1. Algemene ontwikkelingen
De GROGZ West Brabant heeft een treasurystatuut opgesteld, dat is vastgesteld door het dagelijks bestuur op
13 juni 2002. De ingangsdatum is 1 juli 2002.
2. Risicobeheer
Kasgeldlimiet
De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,2% van de jaarbegroting 2006. leder kwartaal zal conform de wet FIDO
aan Gedeputeerde Staten de gemiddelde bankstand per kwartaal worden gerapporteerd in vergelijking met de
kasgeldlimiet. Op basis van het kasstroomoverzicht 2006 kan de verwachting worden uitgesproken dat de GGD
ruimschoots binnen de kasgeldlimiet blijft.
Renterisico vaste schulden (zie "Staat van langlopende leningen" in bijlage 3)
Per 1 januari 2005 is een nieuwe lening aangetrokken van 5 miljoen met een rentevaste periode van 2 jaar
voor 2,64%. Deze lening wordt in 5 jaar afgelost.
3. Kasbeheer
Het werkkapitaalbeslag wordt zoveel mogelijk beperkt door een snelle facturering. De gemeentelijke bijdrage en
de dienstverlening aan derden wordt zoveel mogelijk vooraf en per kwartaal gefactureerd. In de begroting 2006
is en/an uitgegaan,dat de mutatie werkkapitaal nihil is. Het kasstroomoverzicht laat een daling van de
bankstand zien van 1,6 miljoen met een bankstand ultimo 2006 van 2,6 miljoen.
4. Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
Conform de wet FIDO is in 2001 gestart met de rapportage over het beslag op de kasgeldlimieten. Door middel
van het opstellen van een treasurystatuut is de gewenste AO/IC beschreven. Hierin liggen alle taken en
verantwoordelijkheden vast, met inachtneming van de gewenste functiescheiding. In 2006 wordt conform dit
treasurystatuut gewerkt.
—11