Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: [24267
Dienst/afdeling: RGR
Waar mag het burgerinitiatief over gaan?
In principe moet over alle onderwerpen waarvoor de gemeenteraad verantwoordelijk is een
burgerinitiatief kunnen worden ingediend. De raad kan bij verordening bepaalde onderwerpen
uitdrukkelijk van een burgerinitiatief uitsluiten. Voorgesteld wordt géén burgerinitiatief open te stellen voor
de volgende zaken:
de gemeentelijke organisatie
benoemingen of functioneren van personen
zaken verband houdend met de vaststelling en de wijziging van de gemeentelijke begroting en de
begrotingen van diensten
gemeentelijke belastingen en tarieven
geldelijke voorzieningen voor (ex)-raadsleden en (ex) bestuursleden en hun nagelaten
betrekkingen of rechthebbenden
de uitvoering door de raad van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen
beleidsvrijheid heeft
handelingen en gedragingen van bestuursleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht
kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of de gemeentelijke
klachtenregeling
onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft open gestaan
onderwerpen waarover in de twee jaar voor de indiening van het voorstel door de raad een
besluit is genomen
3. Hoe wordt een ingediend burgerinitiatief behandeld?
Toetsing aan formele criteria.
Ingekomen burgerinitiatieven worden door de voorzitter van de raad binnen twee weken getoetst op de
hierboven vermelde inhoudelijke en formele criteria. Indien gebreken worden geconstateerd geeft de
voorzitter van de raad de indieners gedurende vier weken de gelegenheid om deze gebreken te
herstellen. Het is immers niet wenselijk dat Burgerinitiatieven op louter formele gronden buiten
behandeling blijven. Indien het voorstel valt onder de uitsluitingsbepaling (Artikel 3) besluit de voorzitter
het voorstel niet door te zenden voor raadsbehandeling.
Bezwaar en beroep
Er zijn twee momenten waarop de raadsvoorzitter c.q. de raad een besluit neemt.
Allereerst beslist de voorzitter van de raad of een verzoek voldoet aan de formele en inhoudelijke eisen
om geagendeerd te worden voor de raad (na behandeling in een raadscommissie). Indien het verzoek
een afwijzing is staat hiertegen, volgens de VNG, bezwaar en beroep open. Dit betekent dat de afwijzing
door de raadsvoorzitter aan bepaalde juridische eisen dient te voldoen. Als het verzoek wordt toegelaten
en aldus zal worden geagendeerd is sprake van een voorbereidingsbesluit (artikel 6:3 Awb) en staat
tegen dit besluit geen bezwaar en beroep open.
Nadat een verzoek is toegelaten zal de raad daarop een beslissing moeten nemen. Het zal afhankelijk
zijn van de aard van het voorstel en het daarop te nemen besluit of hiertegen bezwaar en beroep open
zal staan. Tegen een besluit op een voorstel een verordening aan te passen staat bijvoorbeeld geen
bezwaar en beroep open. Tegen een besluit geen subsidie toe te kennen voor een voorgesteld project
echter wel. Per ingediend verzoek al aldus bezien moeten worden of er sprake is van een besluit
waartegen bezwaar en beroep open staat. Daarover zal zowel voor de raad als ook voor de
initiatiefnemers duidelijkheid moeten worden verschaft. Indien er sprake is van een besluit waartegen
bezwaar en beroep open staat zal ook dit besluit aan de voorgeschreven juridische eisen moeten
voldoen.
Vervolgprocedure.
De voorzitter van de raad informeert het Fractievoorzitteroverleg in de eerstvolgende vergadering
van dit overleg over het ontvangen burgerinitiatief, tenzij de agenda hiervoor reeds is verzonden.
>w
-3-