Artikel 6
De voorzitter van de raad controleert of het voorstel voldoet aan de ter zake
geldende inhoudelijke en formele vereisten. De toets heeft zowel betrekking op
de inhoud van het voorstel (valt het onderwerp waarop het voorstel zich richt
onder de gemeentelijke bevoegdheid, is het voorstel voldoende concreet, is het
voorstel beargumenteerd, is het onderwerp de afgelopen twee jaren in de raad
behandeld) als op de steun die het geniet uit de bevolking (hebben genoeg
mensen ondertekend, zijn het mensen die in de gemeente Breda wonen, zijn ze
oud genoeg).
Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan bovenstaande eisen, krijgen de
vertegenwoordigers nog hoogstens vier weken om alsnog aan de eisen te
voldoen.
De voorzitter van de raad beslist vervolgens of een burgerinitiatief wel of niet aan
alle eisen voldoet en of het burgerinitiatief wordt doorgeleid naar de raad. Hij
deelt de initiatiefnemers zijn besluit schriftelijk mede.
Artikel 7
De fractievoorzitters adviseren de voorzitter van de raad ten aanzien bepalen de
behandelwijze van het burgerinitiatief. Zij kunnen besluiten dat de raad
voorafgaand aan zijn besluitvorming advies van B W inwint.
De vertegenwoordigers mogen in de commissievergadering, waarin het initiatief
behandeld wordt, meedoen aan de beraadslaging.
Artikel 8
Wanneer de raad over het initiatief heeft besloten, worden de
vertegenwoordigers binnen twee weken na het besluit door de voorzitter van de
raad schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomst. Is er niet met het initiatief
ingestemd dan wordt de reden daarvoor erbij vermeld. Is er wel met het initiatief
ingestemd, dan worden de vertegenwoordigers -binnen twee weken na de
kennisgeving van de voorzitter van de raad- door B W geïnformeerd wanneer
er met de uitvoering van het initiatief zal worden gestart en bij welke
medewerker van de gemeente de vertegenwoordigers informatie kunnen
inwinnen.
blz. 6 van 7