Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 26731] Dienst/afdeling: JP Als wordt besloten dat niet tot bestemmingsplanherziening kan worden overgegaan resten nog de mogelijkheden uit de beleidsnotitie welke op basis van de Nota Buitengebied in ontwikkeling geboden zullen gaan worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat de locatie is gelegen binnen een functieverruimingsgebied. Dat is hier niet aan de orde. De reden dat hier deze gebiedsaanduiding niet is toegekend is gelegen in het feit dat op grond van het bestaande beleid het gebied nog steeds is aangewezen als glastuinbouwvestigingsgebied. In het voorgaande is hier ook al op ingegaan. Het eventueel opnemen van de locatie van de familie Mathijssen binnen een functieverruimingsgebied zal echter ook geen soulaas bieden nu in de ontwerpbeleidsnotitie in de functieverruimingsgebieden geen mogelijkheden worden gegeven voor intensieve vormen van recreatie als nu wordt gevraagd. Er zijn geen ruimtelijke motieven welke tot honorering van het verzoek zouden kunnen leiden. Ergo al deze motieven leiden tot een negatief standpunt in deze. Wel zijn er andere motieven die mogelijk tot een ander oordeel aanleiding kunnen zijn. Als argumenten zouden in dit kader kunnen worden aangevoerd dat ter plaatse met vrijstelling ex artikel 19, lid 1 WRO jaarlijks een maïsdoolhof wordt geëxploiteerd. Deze vrijstelling is echter nog onderwerp van bezwaar op grond van de Algemene wet bestuursrecht. In het kader van deze procedure heeft de onafhankelijke commissie voor bezwaarschriften geadviseerd het bezwaarschrift tegen het maïsdoolhof gegrond te verklaren om zowel formele als beleidsinhoudelijke gronden. Wij hebben inmiddels besloten de bezwaren tegen het vrijstellingsbesluit gegrond te verklaren en de eerder verleende vrijstelling in te trekken. Alleen om die reden al is een planherziening hiervoor noodzakelijk. Voorts is een voetbalveld aanwezig waar wekelijks door eenzelfde groep mensen een partijtje voetbal wordt gespeeld. Via een ontheffing in het kader van de Wet op de Openluchtrecreatie en in overeenstemming met het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek is toestemming gegeven tot het geplaatst hebben van maximaal 15 kampeermiddelen binnen het bouwvlak. De gevraagde jeu de boules- accommodatie (zowel binnen als buiten) is fysiek al aanwezig maar mogen op basis van een bestuursdwangaanschrijving, overigens bevestigd door de Raad van State, niet als zodanig worden gebruikt en in een van de bedrijfsgebouwen is al een beperkte horecavoorziening aanwezig. Het is in principe mogelijk om de voorkeur te geven aan de laatstgenoemde argumenten en dus besluiten tot planherziening zou ons inziens echter betekenen dat deze herziening later in de procedure, wanneer kwestie aan omwonenden/belanghebbenden wordt voorgelegd in het kader van de bestemmingsplanprocedure en dan met name in de fase waarin goedkeuring wordt gevraagd van Gedeputeerde Staten struikelen op grond van de genoemde ruimtelijke beleidsmotieven. Bovendien zal het negeren van algemene beleidsuitgangspunten voor een individueel geval een onaanvaardbare precedentwerking tot gevolg hebben. Vele agrariërs en andere bewoners van het landelijk gebied hebben wel interesse om nevenactiviteiten in de vorm van recreatieve voorzieningen te hebben. Medewerking verlenen aan het verzoek van de familie Mathijssen, hoewel het beleid aangeeft dat het niet mogelijk is, zal het moeilijk maken verzoeken van anderen in soortgelijke situaties tegen te gaan waardoor een ongewenste groei van dit soort activiteiten zou kunnen ontstaan. Hoewel wij als college de initiatieven als dat van de familie Mathijssen een warm hart toedragen moeten wij als college bij dit soort verzoeken rekening houden met het beleid dat van kracht is. Dat beleid biedt nu, op deze specifieke locatie, geen mogelijkheden. Daarnaast is ook voor wat betreft het gemeentelijk beleid de rechtzekerheid in het geding. In een eerder stadium namelijk bij het vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek heeft u gekozen voor het ruimte geven van glastuinbouw in het betreffende gebied. Agrarische ondernemers en andere grondeigenaren in het gebied hebben hun toekomstverwachtingen daarop afgestemd. Thans een andere keuze maken voor deze afzonderlijke locatie heeft ons inziens ook implicaties voor de bredere omgeving van het perceel. Medewerking verlenen aan deze aanvraag impliceert het afstand nemen van de eerder gemaakte ruimtelijke keuzes met alle gevolgen van dien. Een fors gebied kan dan niet meer gebruikt worden voor de glastuinbouw terwijl in de directe omgeving van de recreatieve voorziening agrarische bedrijven vanwege de hindercirkel worden belemmerd in hun bedrijfsvoering. Gelet op hetgeen hiervoor in dit kader is aangegeven stellen wij u dan ook voor aan het verzoek van de familie Mathijssen tot planherziening geen medewerking te verlenen. Naast het onderhavige verzoek om planherziening zijn, zoals ook al eerder in dit voorstel is aangegeven, door de familie Mathijssen in een eerder stadium al twee vrijstellingsverzoeken ex artikel 19, lid 1 WRO gedaan. Een van deze verzoeken betreft het toelaten van de minicamping buiten het bouwvlak en het andere verzoek het bedrijfsmatig exploiteren van jeu de boulesbanen (binnen en buiten). -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 97