Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26085]
Dienst/afdeling: JP
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 7
Aantal bijlagen:
Verzoek om vrijstelling ex artikel 19, lid 1 Wet Ruimtelijke Ordening van de familie Mathijssen,
Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek, voor het bedrijfsmatig exploiteren van een jeu de boules-
accommodatie (binnen en buiten).
Door de heer en mevrouw Mathijssen, Overveldsestraat 10 te Prinsenbeek is verzocht vrijstelling te
verlenen van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voor het bedrijfsmatig exploiteren van een jeu de boules-accommodatie (binnen en
buiten), als nevenactiviteit naast het ter plaatse gevestigde landbouwbedrijf. Zij willen hiermee voor
ouderen in Prinsenbeek de gelegenheid creëren om buiten verenigingsverband in een rustige omgeving
te kunnen jeu de boulen. Uw raad heeft aangegeven de beslissing op dit verzoek aan u zelf te willen
houden.
De familie Mathijssen geen vrijstelling ex artikel 19, lid 1 WRO te verlenen voor het bedrijfsmatig
exploiteren van een binnen en buitenaccommodatie voor jeu de boules aan de Overveldsestraat 10 te
Prinsenbeek.
De schuur en het erf van de familie Mathijssen zijn gelegen binnen het bestemmingsplan "Buitengebied
Prinsenbeek" en hierin bestemd tot "Agrarisch bouwvlak". Op grond van de voorschriften behorende bij
de bestemming "Agrarisch bouwvlak" mogen de grond en de gebouwen binnen deze bestemming alleen
gebruikt worden voor agrarische doeleinden. Afwijking hiervan is slechts mogelijk voor het geplaatst
hebben van 10 tot 15 kampeermiddelen gedurende een vaste periode in het jaar.
Voorafgaand aan een voorstel over het onderhavige verzoek het volgende. De jeu de boulesbanen zijn
fysiek al aanwezig. Deze mogen op basis van een bestuursdwangaanschrijving, bevestigd door de Raad
van State, formeel niet meer als zodanig worden gebruikt.
De familie Mathijssen geeft in het verzoek aan dat zij deze nevenactiviteit ter plaatse graag willen
opstarten vanwege de slechte economische ontwikkelingen in de landbouwsector. Met dit soort
activiteiten willen zij extra inkomsten genereren.
Het bouwblok, waarbinnen de activiteiten gewenst zijn, ligt in een gebied met de bestemming "Agrarisch
gebied". Deze in het plan opgenomen bestemming biedt randvoorwaarden voor de voortzetting van het
agrarische gebruik. Bovendien zijn aan de gronden met deze bestemming specifieke
ontwikkelingsmogelijkheden gegeven voor het landbouwkundige gebruik passend binnen het
streekplanbeleid en met inachtneming van de opgelegde beperkingen (zoals stadsregiogebied). Zo zijn
de gronden, voorzover deze liggen buiten de stadsregiozone (de gronden van de familie Mathijssen
liggen buiten de stadsregio), bestemd voor de nieuwvestiging van en omschakeling naar
glastuinbouwbedrijven en grondgebonden en niet grondgebonden agrarische bedrijven.
Uit het vorenstaande mag worden afgeleid dat de agrarische functie van het gebied de voorkeur heeft
boven andere functies. Het Streekplan Brabant in Balans van 2002 bevestigd dit eens te meer nu het
gebied, waarbinnen ook de percelen van Mathijssen zijn gelegen, hierin is aangewezen als
vestigingsgebied voor glastuinbouw. In het op basis van het Streekplan onlangs vastgestelde
Uitwerkingsplan Breda-Tilburg is dit nogmaals bevestigd door hierin vast te leggen dat het onderhavige
gebied blijft gehandhaafd als glastuinbouwvestigingsgebied. In het in juni 2005 vastgestelde Gebiedsplan
Brabantse Delta is dit nogmaals bevestigd.
Teneinde de revitalisering van het platteland meer vorm te geven is door de provincie inmiddels ook een
beleidsnota vastgesteld, de Nota Buitengebied in ontwikkeling, naar welke nota de familie Mathijssen in
hun verzoek ook verwijzen. In deze nota geeft de provincie randvoorwaarden voor functieverruiming in
het landelijke gebied.
-1-