Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26548]
Dienst/afdeling: JP
2. Een herziening van bestemmingen moet voortvloeien uit een goede ruimtelijke ordening, het
coördineren van de verschillende belangen in het gebied tot een harmonisch geheel. De
aanwezigheid van een waterschapsvergunning mag niet als zodanig worden opgevoerd. Er zijn geen
redenen te bedenken welke een wijziging van de bestemming rechtvaardigen. Bovendien staat nog
niet vast of de aangehaalde ontheffing voor het dempen van de waterloop in stand kan blijven.
Hiertegen is door reclamanten bezwaar gemaakt. Voorgesteld wordt deze herziening van de
bestemming pas door te voeren als de verleende ontheffing op grond van de keur onherroepelijk is.
3. Het bestemmingsplan mist het in de Inspraakverordening Breda 1989 voorgeschreven
communicatieplan en is daarmee ondeugdelijk en dus vernietigbaar. De in het kader van de
inspraakprocedure gegeven commentaar is onvolledig en onvoldoende.
4. De plankaart is niet juist. De lijn loopt aan de noordzijde in het Zuidwesten een punt te ver door. De
sloot noordelijk van het westelijk gelegen natuurgebied heeft volgens de legger een open verbinding
met het perceel H nr. 2810. Deze moet gehandhaafd blijven.
5. De sloot begrenst de beschermingszone natte natuurparel en maakt deel uit van het attentiegebied
krachtens de verordening Waterhuishoudingsplan 2005 van de provincie. Er mogen hier geen
activiteiten plaatsvinden die een verslechtering in de natte natuurparel tot gevolg hebben. De sloot
mag daarom niet gedempt worden.
6. Met de wijziging van de bestemming "Water' in "Agrarisch gebied" wordt beoogd ruimte te creëren
voor glastuinbouw. De gemeente is hiervan op de hoogte. Deze manier van handelen is in strijd met
de fundamentele normen waaraan elk overheidshandelen moet voldoen. De gemeente gebruikt haar
bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid is verleend. Het door de wet
beoogde doel is een deugdelijk gemotiveerde keuze na inventarisatie van vergaarde kennis,
afweging en oordeel om tot een goede ruimtelijke ordening te komen. Een herziening van een
bestemmingsplan mag dan ook niet voor een ander doel worden gebruikt. Het oogmerk van de
gemeente is te voldoen aan een verplichting uit toezegging of uit overeenkomst te weten
medewerking te verlenen aan de totstandkoming van glastuinbouw ter plaatse dan wel het scheppen
van feiten of omstandigheden welke grond kunnen geven aan enig financieel of ander voordeel voor
de gemeente Breda of een van haar organen. Het veiligstellen van privé-doelen valt niet onder een
goede ruimtelijke ordening. Dat is dan ook in strijd met het beginsel van zuiverheid van oogmerk.
7. Het verplichte vooroverleg op basis van artikel 10 van het besluit op de ruimtelijke ordening heeft niet
plaatsgevonden. Gezien de impact van de bouw van ca 8 ha kassen in dit gebied wordt dit wel
noodzakelijk geacht.
8. De partiele herziening is niet of in ieder geval onvoldoende getoetst aan de Flora en Faunawet. De
rapportering van Croonen vertoont vele gebreken. In de literatuurlijst ontbreekt de "Atlas Natuur- en
landschapswaarden Etten-Leur/Prinsenbeek". Er heeft slechts een beperkt verkennend onderzoek
plaatsgevonden. Het rapport is onvolledig. Diverse percelen in de omgeving (Vrouwendreef, perceel
Brielsedreef 82, bossages langs het golfterrein) van het gebied zijn niet onderzocht. In deze gebieden
bestaan leefgebieden voor bedreigde indicatorsoorten. Landschapselementen in het gebied worden
niet gesignaleerd. De relaties van de genoemde natuur- en landschapselementen (EHS-gebied
Weimeren en Briel, golfterrein met aanwezige rode-lijst-soorten, verbindingszone rond Bosdal en de
Kuil en Vrouwendreef) worden niet genoemd. Tenslotte is het onderzoekstijdstip (maart 2005) niet
geschikt voor onderzoek.
Beoordeling.
1. Bij het ter kennisname aanbieden van het ontwerpbestemmingsplan aan de commissie SOV zijn zij
op de hoogte gesteld van de aanvulling van het plan met de wijziging van de bestemming "Water" in
de bestemming "Agrarisch gebied". Het enkele feit dat dit niet al eerder aan de commissie SOV ter
kennis is gebracht is echter niet onrechtmatig. Over deze zaak heeft het college, in persoon van de
portefeuillehouder ruimtelijke ordening, de beslissing genomen deze wijziging mee te nemen in de
onderhavige partiele herziening van het bestemmingsplan.