Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 26699] Dienst/afdeling: ML Betreft: Inleiding Agendapuntnummer: 9 Aantal bijlagen: -- Milieueffectrapportage Spoorzone. In het kader van de ruimtelijke plannen voor de ontwikkeling van het gebied Spoorzone is een milieueffectrapport (MER) opgesteld (n.b. met MER wordt in deze tekst verwezen naar het rapport zelf, met m.e.r. naar de procedure). Het MER is bedoeld om de milieubelangen in de planvorming voor de Spoorzone zo goed mogelijk mee te kunnen nemen. De procedure om te komen tot een milieueffectrapport bestaat, vanuit het gezichtspunt van het bevoegd gezag, uit drie stappen. Dit zijn het in ontvangst nemen van de startnotitie, het vaststellen van de richtlijnen en de aanvaardbaarheidsbeoordeling van het MER. U bent als gemeenteraad het bevoegd gezag in deze. De stand van zaken rondom de procedure voor de m.e.r. Spoorzone is schematisch als bijlage* weergegeven. Op 1 februari 2005 heeft het College - onder uw mandaat - de startnotitie vrijgegeven voor inspraak (bestuursvoorstel 25086) en op 19 april 2005 heeft het College - wederom onder mandaat van u - de richtlijnen voor het milieueffectrapport vastgesteld (bestuursvoorstel 25774*). De richtlijnen zijn integraal overgenomen uit het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (d.d. 31 maart 2005, rapportnummer 1504-27*). Het MER* is inmiddels opgesteld. Binnen het MER Spoorzone is een milieubeoordeling uitgevoerd op twee schaalniveaus: 1Structuurniveau met een focus op enerzijds de relatie van de Spoorzone met de omgeving en anderzijds de onderlinge samenhang tussen de deelgebieden; 2. Inrichtingsniveau gekoppeld aan de specifieke inrichtingskeuzes die centraal staan bij de bestemmingsplanuitwerking van de deelgebieden Stationskwartier en Drie Hoefijzers. Deze tweedeling hangt samen met het feit dat voor de deelgebieden Stationskwartier en Drie Hoefijzers op korte termijn de bestemmingsplannen worden opgesteld. Het MER voorziet daarom in een beschouwing van de milieueffecten van de ontwikkeling van de Spoorzone als totaal, alsmede in een milieubeoordeling ten behoeve van de concrete bestemmingsplanuitwerkingen voor Stationskwartier en Drie Hoefijzers. Bij elk volgend op te stellen bestemmingsplan voor een van de deelgebieden van de Spoorzone zal gekeken worden of er een aanvulling gemaakt moet worden op het milieueffectrapport voor dat betreffende gebied. U moet zich als bevoegd gezag uitspreken over de aanvaardbaarheid van het MER. Het rapport is aanvaardbaar indien: 1het tegemoetkomt aan de richtlijnen die op 19 april 2005 zijn vastgesteld; 2. het voldoet aan de wettelijk gestelde eisen (cf. artikel 7.10 Wet milieubeheer*); 3. er geen onjuistheden in voorkomen. Nadat het MER is aanvaard, vindt publicatie plaats en start de inspraak op het rapport. Dit gebeurt tegelijk met: de start van het informatietraject rondom het voorlopig ontwerp van de OV-terminal; de start van de inspraak/het artikel 10 Bro overleg van het voorontwerpbestemmingsplan Stationskwartier; de start van het informatietraject rondom het voorlopig stedenbouwkundig ontwerp voor het deelgebied Drie Hoefijzers; de start van het consultatietraject rond de Bereikbaarheidsvisie Spoorzone. De inspraakperiode is zes weken. Het MER wordt tevens verstuurd aan de Commissie voor de m.e.r. en de wettelijk adviseurs. Inspraakreacties over het MER kunnen alleen de drie bovengenoemde beoordelingspunten betreffen. Ook de Commissie voor de m.e.r. en de wettelijke adviseurs kunnen zich alleen uitspreken over de kwaliteit van het rapport, niet over de planologische aspecten. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 115