Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 26699] Dienst/afdeling: ML Voorstel Motivering/Toelichting Na de inspraaktermijn heeft de Commissie voor de m.e.r. vijf weken de tijd om een toetsing uit te voeren. Zij gaat na of het milieueffectrapport de gevraagde informatie bevat en zo nee, of de nog ontbrekende informatie cruciaal is voor de besluitvorming. Zij stelt dan aanbevelingen op hoe met deze ontbrekende informatie om te gaan. De toetsing door de Commissie voor de m.e.r. kan tot de volgende beoordelingen leiden: een positief oordeel, de besluitvorming kan doorgaan (volmondig "ja"; komt niet vaak voor); het MER moet worden aangevuld; de aanvulling moet beoordeeld worden voordat de Commissie voor de m.e.r. een positief toetsingsadvies uitbrengt; de besluitvorming kan doorgaan mits de ontbrekende informatie in (de toelichting op) het bestemmingsplan wordt verschaft; de besluitvorming kan doorgaan als de ontbrekende informatie via het evaluatieprogramma wordt verschaft. In het evaluatieprogramma wordt getoetst in hoeverre de daadwerkelijk optredende effecten overeenkomen met de in het MER voorspelde effecten en kunnen eventueel (aanvullende) maatregelen worden voorgesteld. Het milieueffectrapport Spoorzone aanvaarden. Conform de richtlijnen moet het MER zich vooral richten op de volgende punten: De doelen van het voornemen dienen te worden verhelderd door de bandbreedte aan te geven voor de opgave voor woningbouw en werkfuncties/voorzieningen. Hierbij moeten de doelen voor groen en ecologie, voor verkeer en vervoer, voor leefmilieu en voor duurzaamheid zoveel mogelijk worden gekwantificeerd. In de verschillende alternatieven wordt de bandbreedte verkend voor woningbouw en werkfuncties/voorzieningen. De doelen voor groen en ecologie, verkeer en vervoer, leefmilieu en duurzaamheid zijn geformuleerd in hoofdstuk 3. In het MER dienen functionele scenario's voor de planontwikkeling in het gehele gebied te worden gehanteerd, waaronder een scenario waarbij slechts een deel van de plannen wordt gerealiseerd. Per aspect (geluid, luchtkwaliteit en water) moeten de belangrijkste kaders worden gepresenteerd. Bij de ontwikkeling van het meest milieuvriendelijk alternatief moet gestreefd worden naar een gunstig scenario (locaties ontwikkelen in het gewenste tempo en gericht op een kwalitatief hoogwaardig stedelijk milieu) en naar maatregelen die gunstig zijn voor het milieu c.q. negatieve effecten beperken. Functionele scenario's voor de planontwikkeling worden beschreven in de diverse alternatieven. Het scenario waarbij slechts een deel van de plannen wordt gerealiseerd, is verkend in het 'alternatief fasering'. De belangrijkste kaders worden per aspect opgesomd in bijlage 3 (Overzicht vigerend beleidskader en wet- en regelgeving). Het meest milieuvriendelijk alternatief is tot stand gekomen door een vrije ongedwongen optimalisatie van de verschillende aspecten en de mitigerende maatregelen. Het MER moet vooral de effecten beschrijven die voortkomen uit de toename van het verkeer en de leefbaarheid van de omgeving sterk kunnen beïnvloeden. Het gaat hierbij vooral om (verkeers)veiligheid, geluidseffecten, trillingen en effecten op de luchtkwaliteit. De effecten op (verkeers)veiligheid worden beschreven in paragraaf 5.4. De effecten op geluid, luchtkwaliteit en trillingen worden beschreven in respectievelijk hoofdstuk 6.2, 6.3 en 6.6. In het MER moet een zelfstandig leesbare samenvatting worden opgenomen die duidelijk is voor burgers en geschikt is voor de bestuurlijke besluitvorming. Omdat communicatie en draagvlak de basis voor succes zijn, vereist het MER een helder betoog en duidelijk beeldmateriaal. Met name de visualisatie van huidige knelpunten, inrichtingsprincipes en verwachte effecten verdienen aandacht. De samenvatting vormt een apart document van het MER Spoorzone en is zelfstandig leesbaar. Uit de beoordeling van het milieueffectrapport blijkt dat aan de richtlijnen voldoende is tegemoetgekomen. Ook aan de wettelijke eisen van artikel 7.10 Wet milieubeheer is voldaan. Gezien deze bevindingen kan geconcludeerd worden dat het MER Spoorzone aanvaardbaar is. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 116