Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26699]
Dienst/afdeling: ML
Consequenties
Communicatie
Het bevoegd gezag (Raad) moet bij de vaststelling van de bestemmingsplannen rekening houden met
alle gevolgen die de ontwikkeling van de Spoorzone voor het milieu kan hebben. De Wet milieubeheer
geeft in de artikelen 7.35 en 7.37 expliciet aan wat er met de resultaten van een MER moet gebeuren:
Art. 7.35 Wm geeft aan dat het bevoegd gezag bij het nemen van het m.e.r.-plichtige besluit (in dit
geval het bestemmingsplan) rekening houdt met alle gevolgen die de activiteit waarop het besluit
betrekking heeft, voor het milieu kan hebben;
Art. 7.37 Wm bepaalt vervolgens dat er in de motivering van het m.e.r.-plichtige besluit in ieder geval
moet worden vermeld:
de wijze waarop rekening is gehouden met de in het milieu-effectrapport beschreven gevolgen
voor het milieu van de activiteit waarop het besluit betrekking heeft;
hetgeen is overwogen omtrent de in het milieurapport beschreven alternatieven;
hetgeen is overwogen omtrent terzake van het milieueffectrapport ingebrachte opmerkingen en
adviezen.
Indien de resultaten van het MER niet (voldoende) worden meegewogen in de besluitvorming dan wordt
niet voldaan aan de eisen uit de Wet milieubeheer en kunnen de besluiten over het bestemmingsplan op
basis van een motiveringsgebrek door de rechter worden vernietigd.
Concreet krijgt het MER een eerste vertaling in het voorontwerp van de bestemmingsplannen voor het
Stationskwartier en Drie Hoefijzers die in voorbereiding zijn. Bij de behandeling van deze producten, en
de producten die daar mee samenhangen zoals het voorlopig ontwerp voor de OV-Terminal en het
voorlopig stedenbouwkundig ontwerp Drie Hoefijzers wordt aangegeven op welke wijze de resultaten
vertaald worden. In het MER is het voorkeursalternatief volgens de Structuurvisie Spoorzone als basis
voor het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) aangewezen. De verwachting is dan ook dat het
MMA grotendeels kan worden overgenomen in de genoemde plannen. De planning van de
besluitvorming over deze producten is zodanig dat het MER beschikbaar is op het moment dat deze
producten ter besluitvorming voorliggen.
Communicatie tot nu toe
De startnotitie is gepubliceerd en ter inzage gelegd van 3 februari tot en met 3 maart 2005. De wettelijke
adviseurs maar ook de burgers zijn in de gelegenheid gesteld een advies uit te brengen voor de
richtlijnen aan de hand van de startnotitie. Hiertoe is aan de wettelijke adviseurs de startnotitie
toegezonden; voor de burgers is de startnotitie gedurende vier weken ter inzage gelegd. Op 23 februari
2005 is een informatieavond georganiseerd waarin de startnotitie is toegelicht en uitgebreid gelegenheid
is geboden tot het stellen van vragen. Daarnaast is tijdens de reguliere bijeenkomst van het
Overlegplatform bewoners Via Breda een toelichting gegeven op de startnotitie. De richtlijnen zijn na
vaststelling door het College toegezonden aan de Commissie voor de m.e.r., de wettelijk adviseurs en
degenen die inspraak/advies hebben gegeven.
Na de instemming van het Collge met het MER in oktober zijn de bewoners van Belcrum, Spoorbuurt en
Linie door middel van een Breda Bericht op de hoogte gesteld van de stand van zaken en de verdere
procedure rondom het MER. Tevens is deze informatie opgenomen op de internetsite van de gemeente
Breda. Er is hierbij nog niet inhoudelijk op het MER ingegaan. Dit gebeurt pas na aanvaarding van het
rapport door u. Het Overlegplatform bewoners Via Breda en de wijkraden Belcrum en Spoorbuurt zijn
apart geïnformeerd. Voor het Overlegplatform is dit gebeurd in een informatiebijeenkomst op 11 oktober
aanstaande. De wijkraden zijn schrifelijk op de hoogte gesteld. Begin november is een tweede Via Breda-
krant uitgebracht met daarin een totaaloverzicht van plannen en producten van de Spoorzone, de stand
van zaken en verdere informatie.
Communicatie vanaf nu
Nadat u het MER heeft aanvaard volgt een inspraak- en adviesronde. Het MER wordt gedurende zes
weken ter inzage gelegd en tevens op de internetsite van de gemeente Breda geplaatst. Via een
publicatie in het Stadsblad worden de burgers hiervan op de hoogte gesteld. Daarnaast zal na de
aanvaardbaarheidsbeoordeling in een Breda Bericht de inhoud van het MER aan de bewoners van