2/6 Het ruimere aanbod van bestaande woningen heeft voor de markt van nieuwbouwwoningen tot gevolg dat de verkoopsnelheid wordt verlaagd en de prijzen slechts gering stijgen. Bovendien is de woonconsument die zich op de markt voor nieuwbouwwoningen begeeft minder snel geneigd een nieuwbouwwoning te kopen omdat het hem niet bekend is welke prijs hij kan maken voor zijn bestaande woning en op welke termijn hij die kan verkopen. Tot slot leidt het ruimere aanbod van bestaande woningen tot een mindere groei van de waarde van nieuwbouwwoningen. In de hoogconjunctuur periode kon een koper van een nieuwbouwwoning deze vaak al bij oplevering met forse winst (ten opzichte van de opgenomen hypotheek en eigen investeringen) verkopen. Opbouw van overwaarde in onroerend goed leek een garantie. Voor woningen die na 2001 zijn opgeleverd is dat veelal niet het geval. De waardegroei ontstaat eerst na een periode van 3 a 5 jaar en beperkt zich meestal tot het bedrag van de openstaande hypotheek. Daardoor is het investeren in onroerend goed voorde korte termijn minder aantrekkelijk en de consument loopt tevens langer het risico met verlies te moeten verkopen. Het ontbreken van de mogelijke waardegroei laat zich nog in hogere mate gelden bij projecten met extravagante en/of bijzondere architectuur en/of bijzondere woonvormen/woningen/woningtypen. In de periode dat de groei van de waarde toch wel gewaarborgd was stond de consument minder kritisch ten opzichte van deze aspecten. Nu wordt afwijken van bewezen concepten minder gewaardeerd. De economische situatie is sinds september 2001 al langdurig niet goed. Behoudens enige tijdelijke verbeteringen is de trend negatief geweest. De huidige regering heeft gedurende haar regeerperiode diverse voor de consument ingrijpende wijzigingen in wet- en regelgeving doorgevoerd die onduidelijkheid en onzekerheid scheppen bij de consument (bijvoorbeeld: wijzigingen prepensioen, WAO, ziektenkostenwet, afschaffing deel spaarloon, beperking lijfrente aftrek enzovoorts). Ook de hypotheekrenteaftrek is aan verandering onderhevig geweest (bijleenregeling en limitering aftrek tot 30 jaar). Het is niet ondenkbaar dat bij de eerstvolgende regeerperiode nieuwe ingrepen ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek worden doorgevoerd. Met name limitering ten aanzien van de hoogte van het hypotheekbedrag wordt met enige regelmaat als optie aangedragen. Een en ander leidt voor de consument in het algemeen en de woonconsument in het bijzonder tot onzekerheid over de bestedingsruimte en daarmee ook tot behoudend en besparend gedrag. Bovendien is de consument in het kader van de drang tot besparing steeds meer gewend geraakt aan het kritisch overwegen van de realiteit van de gevraagde koopsom en het nemen van de ruimte om over prijzen te onderhandelen. Algemene economische situatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 135