Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 26650]
Dienst/afdeling: JP
5. Indieners vinden dat een verzoek om vrijstelling aan bepaalde specifieke voorschriften moet
voldoen, en dat die in de bestemmingsplanvoorschriften moeten worden afgedwongen.
6. In het kader van het door de gemeente ingestelde onderzoek naar kwetsbare soorten wordt
alleen op vogels ingegaan en niet op amfibieën, plantensoorten zoogdieren of insecten. Voor wat
betreft het bestaande bosgebied wordt in het geheel geen inventarisatie naar kwetsbare soorten
gedaan, hetgeen toch relevant is gezien het feit dat de vierspan gebruik maakt van een bestaand
pad door het bos.
7. Als er al in het leefgebied "kwetsbare soorten" geen soorten voorkomen is dat mede veroorzaakt
door slecht beleid van de gemeente in het verleden, waarbij de gemeente deze gebieden
onvoldoende heeft onderzocht.
8. Naar de mening van indieners dient de periode waarbinnen burgemeester en wethouders van de
vrijstellingsbevoegdheid gebruik kunnen maken te worden beperkt tot driejaar. Bovendien moet
er naar meer alternatieve locaties gezocht worden dan alleen de Bavelse Berg.
9. Te onrechte wordt de eis van een onderzoek naar de milieueffecten niet gesteld ten aanzien van
het bouwen en/of in stand houden van bouwwerken geen gebouw zijnde tbv de wedstrijdsport.
Beoordeling
Ad 1 en 3:
De betekenis van het "nee-tenzij"-principe wordt door indieners uit het verband geplaatst. Hiervan
is alleen sprake bij uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag. Daarvan is in dit geval geen sprake,
en evenmin van het begrip "ingreep". Het gebied heeft en houdt zijn functie, te weten deels
agrarische productiegrond, deels natuur- of bosgebied. Gedurende een zeer korte periode per
jaar kan vrijstelling verleend worden voor andersoortig gebruik met bijbehorende bouwwerken. Dit
gebruik heeft, zoals in de afgelopen jaren steeds voorafgaand aan de organisatie van het
evenement door een milieueffectenstudie is aangetoond, geen negatieve gevolgen voor de
hoofdfuncties van het gebied. Door aan de vrijstellingsbevoegdheid de voorwaarde van een
milieueffectenstudie voorafgaand aan elke vrijstellingsbesluit te verbinden, is ook voor verdere
jaren gewaarborgd dat zich geen negatieve effecten zullen voordoen.
Ad 2:
Het gemeentebestuur is van mening dat geen sprake is van de vestiging van een nieuw
dagrecreatiepunt. Nogmaals, gedurende het gehele jaar is recreatief gebruik van de gronden met
de bestemming Bos en Bosgebied mogelijk. Het betreft immers multifunctioneel bosgebied, vrij
toegankelijk voor fietsers, wandelaars en ruiters. Dat past gewoon binnen de vigerende
bestemmingen. Omdat een dergelijk gebruik in wedstrijdverband echter expliciet was uitgesloten
in de bestemmingsplannen was een planherziening noodzakelijk. Nu er geen sprake is van een
nieuw dagrecreatiepunt in de GHS, vanwaaruit gedurende het gehele jaar dagrecreatie kan
worden ondernomen, blijft de oorspronkelijke functie (Bos, Agrarisch etc) gehandhaafd. Omdat
het gaat om een eens per jaar gedurende vier dagen te organiseren evenement is de uitstraling
daarvan niet vergelijkbaar. Er hoeft ook geen door de provincie ingestelde commissie te
adviseren.
Ad 4 en 5:
Het is niet nodig en mogelijk om eisen te stellen aan de milieueffectenstudie. De door de jaren
heen veranderende inzichten aangaande zorgvuldige onderzoeken moeten kunnen worden
toegepast. Bovendien is de zorg van indieners onterecht: de besluitvorming omtrent vrijstelling
zal, inclusief milieueffectenstudie, steeds zorgvuldig plaats moeten vinden. Hiertegen staan
rechtsbeschermingsmiddelen open.
Alles hetgeen de Algemene wet bestuursrecht regelt over voorbereiding van besluitvorming is
van toepassing op het onderhavig vrijstellingsbesluit. Ook hiertegen staat steeds apart
rechtsbescherming open.
Ook aan dit ontwerpbestemmingsplan is het genoemde milieueffectenonderzoek vooraf gegaan,
zodat dit onderdeel vormt van het dossier waarop de besluitvorming heeft plaatsgevonden en
verdere besluitvorming zal plaatsvinden.
Ad 6 en 7:
Het gemeentebestuur heeft door Arcadis een milieueffectenstudie (kenmerk
110502/ZF5/0F2/201034)* laten uitvoeren. Die geeft aan dat de wezenlijke kenmerken en
waarden van het gebied niet significant worden aangetast. Er zijn geen effecten op beschermde
plant- en diersoorten mits een aantal beschermende maatregelen worden genomen.