Bijlage 6 4. Reacties per belanghebbende (accommodatiebestuur wijkraad) 1. S.C.C. 't Klooster Reactie gemeente Nota aanpassen a. Er wordt een discrepantie geconstateerd tussen inspraakmogelijkheid gegeven in de inleiding van de notitie en de inspraakmogelijkheid gegeven in de begeleidende brief van 14 januari 2005. De mogelijkheid tot slechts éénmaal schriftelijk reageren, wordt als erg mager ervaren. Van interactieve communicatie over de inhoud van het beleid blijkt geen sprake meer te zijn. Na de schriftelijke inspraakronde is met het bestuur van 't Klooster twee keer overleg gevoerd over het nieuwe accommodatiebeleid. Daarmee is tegemoet gekomen aan de wens van interactieve communicatie. Nee. b. De uitgangspunten van de nota zijn helder en worden door het bestuur van 't Klooster ondersteund. Een aantal uitgangspunten dient nog wel verder toegelicht en uitgewerkt te worden. In de overlegrondes is het voorgestelde nieuwe beleid verder toegelicht. Daar waar nodig zullen in de nota begrippen en uitgangspunten verder verduidelijkt worden. Ja, zie hierna volgende punten. c. Er is een excessief verschil tussen subsidiëring aandachts buurten 946.500)en niet- aandachtsbuurten 200.894) Dit verschil is thans ook al aanwezig (zij het in iets mindere mate) en wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de beheer- en schoonmaakpool (van Vertizontaal) in de toekomst alleen nog maar ingezet wordt ten behoeve van de aandachtsbuurten. Nee. d. De algemene formuleringen van de notitie zijn weinig concreet gemaakt om het excessieve verschil in subsidiëring tussen buurthuizen en gemeenschaps huizen te rechtvaardigen. Bestuur pleit dan ook voor: 1. Concretisering van de term integrale benadering; 2. Meer evaluatiemomenten dan éénmaal in de vijf jaar; 3. Ontwikkeling van evaluatiecriteria. Het grote verschil wordt met name veroorzaakt doordat accommodaties in aandachtswijken aanspraak kunnen maken op gesubsidieerd beheer en schoonmaak (al dan niet via Vertizontaal). De gedachte hierachter is dat deze accommodatiebesturen a.g.v. het huisvesten van het integrale activiteitenaanbod niet of nauwelijks in staat zullen zijn nog andere inkomsten te genereren. In ieder geval te weinig om daarvan een beheerder te kunnen betalen. De term integrale benadering zal in de nota verder geconcretiseerd worden. Begin 2008 zal er een tussenevaluatie plaatsvinden. Bij deze evaluatie zal hoofdzakelijk De term integrale benadering verder uitwerken (blz.3). In nota paragraaf over evaluatie opnemen. commentaarnota bij de nota welzijnsaccommodaties, oktober 2005. 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 197