Bijlage 6
vrijwilligers. Als vrijwilligers niet te
vinden zijn en men dus is
aangewezen op betaald beheer, zal
men als bestuur hiervoor financiële
dekking moeten zien te vinden.
Dit kan bijvoorbeeld door:
efficiëntere openstelling
(meer gebruikers op
hetzelfde tijdstip);
bij vertrouwde huurders
werken met sleutelbeheer;
aanpassing openingstijden;
meer "erkende" huurders
binnen halen (waardoor
men meer subsidie zal
gaan ontvangen);
meer niet erkende huurders
binnenhalen en aan hen
kostendekkende huren
vragen;
de huren van de huidige
niet erkende gebruikers op
kostendekkend niveau
brengen;
meer andere inkomsten
genereren (bar,
sponsoring);
bezuinigen op kosten;
c.
Het wegsaneren van de
gesubsidieerde beheerder zal
leiden tot een beperktere
openstelling en verlies aan
activiteiten die voor de wijk van
belang zijn. Hierdoor zal de buurt
naar verwachting een stuk aan
gezelligheid en sociale structuur
verliezen.
Dat hoeft niet per definitie het
gevolg te zijn (zie hiervoor ook de
reactie bij punt 11 b).
Om het bestuur voldoende
gelegenheid te geven haar
exploitatie op de nieuwe situatie
aan te passen (zie ook punt 11 b),
is besloten het (via Vertizontaal)
gesubsidieerde beheer de komende
5 jaar niet geheel maar ongeveer
voor de helft af te bouwen tot 18 uur
bruto per week. Bij de evaluatie in
2010 zal gekeken worden of het
gesubsidieerd beheer verder
afgebouwd kan worden.
Ja,
overgangsregeling
voor de afbouw van
gesubsidieerd beheer
aanpassen.
De komende 5 jaar
zal de subsidie
afgebouwd worden
naar 18 uur (bruto)
per week.
d.
Beheer opvangen met
banenpoolers is ook geen optie.
Zij kennen de wijk niet waardoor
er teveel tijd verloren gaat aan
het ingroeiproces.
Dat is een afweging die elk bestuur
afzonderlijk moet maken.
Nee
e.
De overgangstermijn van 5 jaar
om het gesubsidieerde beheer af
te bouwen is te kort en zou
verlengd moeten worden naar 10
jaar.
Zie punt 11 c
Ja, zie punt 11 c
f.
Wijkraad wil graag overleg om te
onderzoeken wat de alternatie-
Inmiddels heeft er een overleg met
de wijkraad plaatsgevonden. De
Nee
commentaarnota bij de nota welzijnsaccommodaties, oktober 2005.
29