Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 26760] Dienst/afdeling: BEL I 5.12.3 Indien in geval van een incomplete aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in 5.12.1 de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 5.12.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 22,82 en een maximum van 114,07. I 5.12.4 Indien de aanvraag om een vergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.12.1: 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 45,52 en een maximum van 256,66. I 5.12.5 Indien de monumentenvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in I 5.12.6 In afwijking van het bepaalde onder 5.2.1 wordt voor de toepassing van de artikelen 5.12.1, 5.12.2., 5.12.4 en 5.12.5 onder bouwkosten slechts verstaan de bouwkosten welke betrekking hebben op de wijziging van dat gedeelte van het bouwwerk dat als monument is aangewezen. I 5.12.8 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een verleende vergunning als bedoeld in 5.12.1, indien door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het om een geringe wijziging gaat: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.12.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire vergunning berekende leges, met dien verstande dat in elk geval 148,29 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire vergunning verschuldigde leges plaatsvindt. 15.11.9 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 20 van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing en/of artikel 37 van de Monumentenwet 102,66 15.11.10 Indien het verzoek om sloopvergunning op grond van een wettelijk voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke ter visie legging met€ 134,20 verhoogd. Monumentenvergunning 15.12.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het wijzigen van een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke monumentenverordening: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 148,29 en een maximum van 1.539,76. I 5.12.2 Wordt de aanvraag om een vergunning zoals bedoeld in artikel 5.12.1 ingetrokken voordat de gevraagde vergunning is verleend, dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.12.1: 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 85,56 en een maximum van 513,32. afwijking van het bepaalde in artikel 5.12.1: 15% van het tarief zoals genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 102,66 en een maximum van 513,32. I 5.12.7 Indien het verzoek om vergunning op grond van een wettelijk voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke ter visie legging met€ 136,88 verhoogd. Aanlegvergunning 5.13.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening: 5.13.1.1 indien de aanlegkosten lager zijn dan €50.000,--zijn: 50% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum 148,29 en een maximum van 342,21 met dien verstande dat "bouwkosten" wordt gelezen als "aanlegkosten"; 5.13.1.2 indien de aanlegkosten 50.000,--of meer zijn: 342,21 vermeerderd met 30% van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met dien verstande dat "bouwkosten" wordt gelezen als "aanlegkosten";

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 52