Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 27304] Dienst/afdeling: CAJZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1f Aantal bijlagen: Bezwaarschrift van Maat Ruijgrok tegen het besluit tot toekennen van een planschadevergoeding aan de heer en mevrouw Ruigrok, de heer en mevrouw Dielissen, de heer en mevrouw Van Miert en aan de heer Vos. Op 21 april 2005 is het besluit genomen tot het toekennen van een planschadevergoeding van 10.000,- aan de heer en mevrouw Ruigrok en de heer en mevrouw Dielissen, 5.000,- aan de heer en mevrouw Van Miert en 3.500,- aan de heer Vos. Bij brief van 6 juni 2005, ontvangen d.d. 7 juni 2005 heeft mr. R. Maat van Maat Ruijgrok Juridisch Adviesbureau Ruimtelijke Ordening namens deze betrokkenen hiertegen een pro forma bezwaarschrift ingediend. Bij brief van 12 juli 2005, ontvangen d.d. 13 juli 2005 zijn de gronden van het bezwaarschrift aangevuld. Conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften de bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten. Daarnaast besluiten het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen. Bij brieven van 26 april 2004, 3 en 6 mei 2004 is door mr. R. Maat namens betrokkenen aan de gemeenteraad verzocht om toekenning van planschadevergoeding ex artikel 49 van de WRO. Verzocht wordt om een schadevergoeding ex artikel 49 van de WRO toe te kennen inzake waardevermindering van de panden als gevolg van het bestemmingsplan "Groenstraat-Zuidlaan". Op 21 april 2005 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het toekennen van een planschadevergoeding van 10.000,- aan de heer en mevrouw Ruigrok en de heer en mevrouw Dielissen, 5.000,- aan de heer en mevrouw Van Miert en 3.500,- aan de heer Vos. Deskundigheid schadebeoordelingscommissie Volgens reclamant is er geen sprake van een deskundige schadebeoordelingscommissie. Volgens reclamant is het de verantwoordelijkheid van de raad om te beoordelen of hiervan ook daadwerkelijk sprake is. Vast staat dat de taxatiewaarden in het definitieve rapport van JvO, naar aanleiding van de reactie op het conceptadvies, alsnog zijn opgenomen. Reclamant geeft vervolgens aan dat het advies niet is ondertekend. Aangegeven is dat de aanbiedingsbrief bij de planschaderapporten ondertekend is en dat er geen vormvereisten gelden voor planschaderapporten en dat deze dan ook niet ondertekend hoeven worden. Reclamant stelt dat in het advies wordt uitgegaan van een onjuiste peildatum. Aangegeven is dat er inderdaad een onjuiste peildatum wordt vermeld in het rapport van de JvO maar dat dit mogelijk een fout is in de vanuit de gemeente aangeleverde gegevens. Per abuis is de datum van goedkeuring doorgegeven in plaats van de datum van publicatie van de goedkeuring. Deze fout is daarom de JvO niet aan te rekenen. Het verschil tussen de in het advies genoemde peildatum en de werkelijke peildatum is voorts slechts 6 weken. Uit het aangeleverde overzicht van de gemiddelde transactieprijzen van bestaande woningen in de betreffende periode blijkt dat de gemiddelde waardestijging in deze periode slechts 2,5% is. Planschade is daar weer een percentage van waardoor het verschil slechts een percentage van een percentage zou zijn. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 19