Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 27619]
Dienst/afdeling: RGR
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer: 1a
Aantal bijlagen: - 1 -
Verordening op de fractieondersteuning 2006.
Op 1 maart 2004 trad de huidige Verordening op de fractieverordening 2004 in werking. Op voorstel van
het fractievoorzittersoverleg heeft de gemeenteraad in deze verordening geen bepalingen opgenomen
omtrent verantwoording van en controle op de fractievergoeding en de bestedingsdoelen zoals in het
landelijke model.
Inmiddels is gebleken dat als gevolg hiervan fracties de reikwijdte van de bestedingsmogelijkheden van
de fractievergoeding verschillend interpreteren en met de fractievergoeding kosten worden gedekt
waarvoor de vaste vergoeding voor raadsleden is bedoeld dan wel individuele voorzieningen die alleen
door de raad bij verordening direct aan de raadsleden kan worden aangeboden. Het gevolg is dat de
fractieondersteuning en de individuele voorzieningen door elkaar zijn gaan lopen.
Naar aanleiding hiervan is door het fractievoorzittersoverleg professor drs. A.D. Bac RA om advies
gevraagd. De heer Bac heeft geadviseerd in de verordening bepalingen op te nemen omtrent
verantwoording en controle en als controlekader te voorzien in een duidelijkere omschrijving van de
bestedingsdoelen van de fractievergoeding.
Het fractievoorzittersoverleg heeft daarop een werkgroep uit de raad ingesteld met het verzoek met een
voorstel te komen voor een nieuwe verordening. In de werkgroep hadden zitting de heren Taks
(voorzitter), Augenbroe (tweemaal vervangen door de heer Dubbelman), Snier, Vergroesen en Van
Yperen. De werkgroep heeft een conceptverordening opgesteld en dit voor commentaar voorgelegd aan
de accountant. Een aantal aanbevelingen uit de reactie van de accountant is vervolgens in de
conceptverordening verwerkt en daarna aangeboden aan het fractievoorzittersoverleg.
Het fractievoorzittersoverleg heeft op 17 februari 2006 ingestemd met het concept van de werkgroep en
biedt aldus hierbij aan de raad ter vaststelling aan een nieuwe Verordening op de fractieondersteuning.
1Vast te stellen de bijgevoegde Verordening op de fractieondersteuning 2006.
2. De onder punt 1 genoemde verordening in werking te laten treden met ingang van 1 april 2006 onder
gelijktijdige intrekking van de Verordening op de fractieondersteuning 2004.
In de conceptverordening is voorzien in een regeling omtrent verantwoording en controle. Ten behoeve
daarvan is ook voorzien in een toetsingskader in de vorm van een (niet-limitatieve) omschrijving van
toelaatbare bestedingsdoelen en (naar voorbeeld van het landelijke model) niet toegestane
bestedingsdoelen. De werkgroep is bij het opstellen van de verordening uitgegaan van de
betalingsregeling zoals deze in de huidige verordening is geregeld.
Opgemerkt wordt dat één lid van de werkgroep van mening was dat Breda het Tilburgse model dient te
volgen waarbij enerzijds een open bestedingskader wordt gehanteerd en anderzijds een
verantwoordingsverslag. Ook was dit lid van oordeel dat de nieuwe verordening aan de raad moet
worden aangeboden nadat de raadscommissie AZ c.q. MSO hierover heeft gesproken.
Bij het aanbieden van de conceptverordening heeft de werkgroep geadviseerd om naast de
fractievergoeding - overeenkomstig de gemeentewet en het rechtspositiebesluit - bij verordening een
aantal secundaire voorzieningen voor raadsleden apart te regelen. Tot op heden werden deze
voorzieningen door enkele fracties uit de fractievergoeding betaald. Ook heeft de werkgroep voorgesteld
de vaste raadsvergoeding te verhogen naar 100% van het wettelijk toegestane maximum (is nu nog
92%). Wat betreft de bekostiging heeft de werkgroep de suggestie gedaan - nu de
bestedingsmogelijkheden van de fractievergoeding worden beperkt - de eventuele verhoging van de
-1-