Artikel 5. Splitsing fractie 1Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van de verkiezingen verandert wijzigt de bijdrage voor de fractieondersteuning op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt. 2. Bij afscheiding uit een fractie gedurende de lopende zittingsperiode wordt het afgescheiden raadslid of de afgescheiden raadsleden geen bijdrage voor de fractieondersteuning verstrekt. 3. De hoogte van de bijdrage voor de fractieondersteuning van de oorspronkelijke fractie waarvan het raadslid of de raadsleden zich hebben afgescheiden wordt aangepast met ingang van de eerste maand na de vergadering van de raad als genoemd in artikel 8, vierde lid, onder b van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad. Artikel 6. Overmaking en autorisatie bestedingen 1. De bijdrage voor de fractieondersteuning wordt aan de fracties uitgekeerd door storting op, respectievelijk overschrijving naar een daartoe door de fractie te openen en schriftelijk bij de griffier op te geven bank- of girorekening. Deze bank- of girorekening wordt voor geen ander doel gebruikt dan voor de fractieondersteuning. 2. Bestedingen door de fractie ten laste van de fractievergoeding dienen te worden geautoriseerd door de voorzitter of diens plaatsvervanger als bedoeld in het derde lid van artikel 8 van het Reglement van orde voor de raad. 3. De in het tweede lid bedoelde fractievoorzitter geeft op het bewijsstuk van de door een fractie gedane besteding ten laste van de bijdrage voor fractieondersteuning aan het fractiebelang dat met de besteding is gediend. Deze bewijsstukken dienen per uitgavencomponent gerubriceerd te worden conform de rubricering van het verslag/verantwoording als bedoeld in artikel 8, eerste lid en als bijlage bij de verantwoording/verslag te worden gevoegd. Artikel 7. Reserve 1De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren. 2. Het totaal van de reserve en voorzieningen is aan het einde van de raadsperiode niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 2. 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 8 van dat jaar. 4. De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger kan worden beschouwd. 5. De fractie die na de verkiezingen niet meer onder dezelfde naam of een andere naam terugkeert is verplicht de resterende reserve terug te betalen aan en ter beschikking te stellen van de gemeente. De fractie mag voor zover aantoonbaar daarbij reserveren voor eventuele wettelijke financiële verplichtingen jegens personeel zoals dat eerder ten laste van de fractievergoeding is aangesteld. Artikel 8. Verantwoording en controle 1Elke fractie legt, binnen twee maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag/verantwoording overeenkomstig het model als bedoeld in het vijfde lid. Dit verslag/verantwoording omvat in ieder geval de onder het derde lid genoemde onderdelen. 2. Controle van het verslag/verantwoording vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant controleert of de bestedingen in overeenstemming hebben plaatsgevonden met deze verordening en meldt zijn bevindingen aan de raad. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 9