TOELICHTING
Algemeen
Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de gemeenteraad van Breda de Verordening op de ambtelijke bijstand
2003 vastgesteld. Daarmee voldeed de gemeenteraad aan de in artikel 33 van de gemeentewet
opgenomen verplichting om bij verordening regels te stellen ten aanzien van het recht op ambtelijke
bijstand van raad en raadsleden. In dit artikel is ook bepaald dat bij verordening regels moeten worden
gesteld met betrekking tot het recht op ondersteuning van de groeperingen in de raad (de fracties). In
het voorstel bij voornoemd raadsbesluit werd door het fractievoorzittersoverleg aangegeven dat een
regeling ten aanzien van de fractieondersteuning nog separaat zou volgen.
Daartoe werd door de gemeenteraad de Verordening op de fractieondersteuning 2004 vastgesteld
welke op 1 maart 2004 in werking trad. Bij de vaststelling van deze verordening koos de
gemeenteraad er nadrukkelijk voor om - in af afwijking van het landelijke model van de VNG - geen
bepalingen op te nemen ten aanzien van verantwoording en controle en ook geen nadere
verbijzondering wat betreft de bestedingsdoelen. Vooral dit laatste blijkt ertoe te hebben geleid dat de
individuele fracties ieder een eigen interpretatie geven aan wat het de fractiegelden mag worden
gefinancierd.
In reactie daarop hebben de fractievoorzitters op voorstel van de burgemeester professor
drs. A.D. Bac RA verzocht advies uit te brengen. De heer Bac heeft bij brief van 7 oktober 2005
advies uitgebracht. De heer Bac constateert allereerst dat de toegestane bestedingsdoelen zeer
globaal zijn omschreven en behoefte bestaat bij de fracties aan het wegnemen van de twijfel omtrent
de vraag hoe de fractiegelden mogen worden besteed. Daarnaast wijst hij op het belang van
verantwoording over de besteding en het daarop laten uitvoeren van een accountantscontrole. Deze
controle vraagt ook om een duidelijkere regeling van de bestedingsdoelen.
De gemeenteraad heeft mede op basis van dit advies besloten dat het wenselijk is om de verordening
welke in 2004 is vastgesteld op deze punten te verbeteren. In ieder geval wordt het als noodzakelijk
gezien alsnog te voorzien in een regeling van verantwoording over de bestedingen door de fracties en
controle daarop door een accountant. Zoals hiervoor aangegeven volgt daaruit dan ook de noodzaak
in de verordening een bestedingskader op te nemen aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd
op de juiste besteding van de gelden. Bij het opstellen van de nieuwe verordening is het landelijke
model van de VNG als uitgangspunt genomen. Wel is de in Breda bestaande verdelingssystematiek
van de fractiegelden over de fracties gehandhaafd.
In de gemeente Breda is in het recht op ondersteuning aan de fracties op drie manieren voorzien:
Fracties kunnen (onder voorwaarden) twee commissieleden niet-raadsleden in raadscommissies
laten benoemen,
Van gemeentewege worden faciliteiten beschikbaar gesteld aan de fractie (zoals fractiekamers,
fractiesecretariaatskamers, gas, water, elektriciteit, telefoon, inrichting, onderhoud, schoonmaak,
kopieervoorzieningen)
De fracties ontvangen een financiële bijdrage.
Deze verordening heeft betrekking op de fractievergoeding. Het staat de fracties in grote mate vrij
deze financiële vergoeding aan te wenden zoals zij dat wensen. Bijvoorbeeld voor faciliteiten of het
aantrekken van fractieassistenten. Bij personele ondersteuning door commissie niet-raadsleden of
eventuele fractieassistentie gaat het niet om ambtelijke maar meer om politieke bijstand.
De mogelijkheid om commissieleden niet-raadsleden in te zetten is geregeld in het Reglement voor de
raadscommissies. De faciliteiten die aan fracties ter beschikking worden gesteld in het stadhuis staan
beschreven in een overeenkomst die voor iedere raadsperiode wordt afgesloten tussen gemeente (als
eigenaar van het pand) en de fracties. Voor deze raadsperiode is door de Bestuursdienst geen nieuwe
overeenkomst opgesteld. De faciliteiten worden door de gemeente wel beschikbaar gesteld. De
financiële bijdrage aan de fracties wordt in deze verordening geregeld.
Artikel 2: Financiële bijdrage
In de modelverordening van de VNG wordt voorzien in een combinatie van een vast bedrag per fractie
aangevuld met een variabel bedrag per aantal raadszetels. Uitgangspunt daarbij is dat het vaste deel
iedere fractie de kans geeft om zich op een gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat de
4