Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 27680] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1c Aantal bijlagen: -- Toekennen planschadevergoeding aan mw. J.H.C. van Diggelen, Boeimeersingel 5a te Breda. Van mw. J.H.C. van Diggelen, Boeimeersingel 5a te Breda is op 29 december 2004 een verzoek ont vangen om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Verzoekster is van mening dat zij door het bestemmingsplan Breda-Zuid en het wijzigingsplan ex artikel 11 WRO 'Locatie garage Tigchelaar' van 8 mei 2001 schade lijdt in de vorm van waardevermindering van haar onroerend goed. Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoor- delingscommissie, Arcadis Ruimte Milieu BV. Het betreft een aanvraag van voor 1 september 2005. Volgens "oud" recht is uw raad bevoegd gezag. Te besluiten om aan mw. J.H.C. van Diggelen, Boeimeersingel 5a te Breda een planschadevergoeding toe te kennen. Een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende conceptraadsbesluit. De aanvraag heeft betrekking op het pand Boeimeersingel 5 en 5a te Breda.Het pand Boeimeersingel 5 en 5a dateerde van omstreeks 1896 en is deels in gebruik als woning en deels als bedrijfsruimte. Bij de bouw van de appartementen door NBU op het aangrenzende perceel heeft het pand Boeimeer singel 5 en 5a schade opgelopen. Deze schade was dusdanig dat het pand herbouwd moest worden. Bij de herbouw is nagenoeg dezelfde indeling aangehouden. De aanvraag heeft betrekking op de schade door het bestemmingsplan "Breda Zuid" en het wijzigings plan van 8 mei 2001Voor het eerstgenoemde bestemmingsplan in werking trad gold voor de gronden waar nu de appartementen zijn gebouwd het partiële uitbreidingsplan in onderdelen 'Boeimeer N.O. Om de aanvraag te kunnen beoordelen heeft Arcadis een planologische vergelijking gemaakt tussen de mogelijkheden van het partiële uitbreidingsplan in onderdelen 'Boeimeer N.O. 1963', zoals dat luidde na de herzieningen en het bestemmingsplan 'Breda-Zuid', alsmede een vergelijking tussen het laatst genoemde plan en het wijzigingsplan van 8 mei 2001. Op grond van het partiële uitbreidingsplan in onderdelen 'Boeimeer N.O. 1963' mochten de gronden gelegen ten westen van het perceel van aanvraagster gebruikt worden voor gebouwen voor ambachts- en handels-bedrijven waarin uitsluitend kleine bedrijven waren toegestaan alsmede één bedrijfswoning per bedrijf. Het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' liet op genoemde gronden bedrijven in de categorieën 1, 2 en 3, een verkooppunt voor motorbrandstoffen alsmede één bedrijfswoning per bedrijf. De in beide plannen toegelaten bedrijven komen niet (geheel) overeen. Op grond van het partiële uitbreidingsplan in onderdelen 'Boeimeer N.O. 1963' was het niet uitgesloten dat onderhavige gronden gebruikt zouden worden door meerdere bedrijven, die weliswaar klein van omvang waren, doch die qua belasting op de omgeving vergelijkbaar zijn met de op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' toegestane bedrijven. Arcadis geeft aan dat de wijziging van de toegelaten bedrijven niet leidt tot een andere belasting van de omgeving. Op grond van het partiële uitbreiding in onderdelen 'Boeimeer N.O. 1963' gold voor de gronden gelegen ten westen van het perceel van aanvraagster een bebouwingspercentage van 60%. Bebouwing was (na binnenplanse vrijstelling) mogelijk tot in de perceelsgrens. De hoogte was in genoemd plan niet geregeld, zodat de bouwverordening van toepassing was. Het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' liet op genoemde gronden bebouwing toe tot 70% (na binnenplanse vrijstelling) en tot in de perceelsgrens (na binnenplanse vrijstelling). 1963'. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 20