Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 27680] Dienst/afdeling: JP Er gold een bouwhoogte van 13,2 m (na binnenplanse vrijstelling) voor de gronden gelegen direct naast het perceel van aanvraagster en van 7,7 m (na binnenplanse vrijstelling) voor de overige gronden. De beperkte toename van het bebouwingspercentage beïnvloed volgens Arcadis de situatie ter plaatse van het perceel van aanvraagster niet. Immers zowel op grond van het uitbreidingsplan in onderdelen 'Boeimeer N.O. 1963' als op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' had de toegestane bebouwing geprojecteerd kunnen worden tegen de grens van het perceel van aanvraagster; de onbebouwde grond hadden gezien vanaf het perceel van aanvraagster gesitueerd kunnen worden achter de bebouwing. Het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' betekent een beperking van de bouwhoogte. In plaats van een hoogte van 15 m op grond van de bouwverordening, die vóór inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' gold, is op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' sprake van een hoogte van deels 13,2 m en deels 7,7 m. Er is dus sprake van een verkleining van de hoogte, hetgeen positieve effecten kan hebben op het uitzicht en de zonlichttoetreding. Vóór de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' gold voor de gronden ten oosten en zuiden van het perceel van aanvraagster geen bestemmingsplan; er behoorde dus een breed scala van gebruik tot de mogelijkheden. Ook was een bouwhoogte voor hoofdgebouwen mogelijk tot 15 m. Het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' betekent een beperking van de gebruiksmogelijkheden en de bouwhoogte van hoofdgebouwen. De beperkingen van de mogelijkheden op de omliggende percelen kan een positief effect hebben. Daar staat tegenover dat ook voor het perceel van aanvraagster geldt dat het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' een beperking van de mogelijkheden betekent. Arcadis komt tot de conclusie dat aanvraagster door het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' per saldo niet in een planologisch nadeliger situatie is komen te verkeren. Op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' waren op de gronden gelegen ten westen van het perceel van aanvraagster bedrijven in de categorieën 1 t/m 3, een verkooppunt voor motorbrandstoffen alsmede één bedrijfswoning per bedrijf toegestaan. Het wijzigingsplan van 8 mei 2001 laat op genoemde gronden wonen in de vorm van appartementen toe. Wonen is een andersoortig gebruik dat zich uitstrekt over de gehele dag en nacht. Dit gebruik kan leiden tot verlies van privacy door inkijk en (geluids)"overlast" door het gebruik van de gronden als tuin. Op grond van de "oude" planologie moest ook rekening gehouden worden met meerdere bedrijfswoningen naast haar perceel. Het aantal bedrijfswoningen zou echter beperkt zijn gebleven, terwijl het wijzigings plan voorziet in een groot aantal woningen, welke uitzicht geven op en inkijk in het pand, de tuin en het terras van aanvraagster. Op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' waren op kortere afstand bedrijfswoningen en andere gebouwen toegestaan. Verder moest aanvraagster rekening houden met bedrijfsruimten en bedrijfs woningen op de eerste verdieping. Voorts staat hier tegenover dat het gebruik als bedrijven en verkooppunt voor motorbrandstoffen overlast met zich kan brengen in de vorm van verkeersaantrekkende werking, geluid en dergelijke. Deze overlast kon zich voordoen van de zeer vroege ochtend tot de late avond. Daarnaast heeft het gebruik ten behoeve van bedrijven veelal een uitstraling die minder passend is nabij woningen. Het wijzigingsplan laat op de gronden gelegen direct naast het pand Boeimeersingel 5 en 5a én gelegen binnen een afstand van circa 11 m uit het verlengde van de voorgevel van het pand Boeimeersingel 5 en 5a gebouwen toe in de perceelgrens. Voor gebouwen op de overige gronden grenzende aan het perceel Boeimeersingel 5 en 5a geldt een afstand van circa 8 m. Gelet op de hoogte van de toegestane bebouwing leidt de beperkte vergroting van de afstand niet of nauwelijks tot een merkbare verbetering van het uitzicht. Voor de gronden die zijn gelegen ten zuiden van het verlengde van de achterste grens van het perceel van aanvraagster geldt op grond van het wijzigingsplan een bouwhoogte die beduidend hoger is dan de op grond van het bestemmingsplan 'Breda-Zuid' toegestane bebouwing. Deze hogere bebouwing bevindt zich op een afstand van circa 30 m uit de achtergevel van de eerste verdieping van de woning van aanvraagster waar zich de keuken bevindt. De grotere hoogte kan negatieve gevolgen hebben voor het uiticht en de zonlichttoetreding. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 21