Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 27917] Dienst/afdeling: SSC/JZ Betreft: Inleiding Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1e Aantal bijlagen: -- Bezwaarschrift van de heer mevrouw Van Gils tegen het besluit tot het afwijzen van een planschadeverzoek inzake Pastoor Vermuntstraat 13 te Ulvenhout. Op 15 december 2005 is het besluit genomen tot het afwijzen van een planschadeverzoek inzake Pastoor Vermuntstraat 13 te Ulvenhout. Bij brief van 23 januari 2006 heeft de familie Van Gils hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Voorstel Conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften de bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten. Bij brief van 2 februari 2005, ingekomen d.d. 4 februari 2005, is door de familie Van Gils verzocht om toekenning van planschadevergoeding ex artikel 49 van de WRO. In het verzoek wordt, kort samengevat, gesteld dat er waardevermindering van de woning optreedt als gevolg van de wijziging van het bestemmingsplan "De Donk" ten behoeve van de verbouwing en vergroting van verzorgingshuis De Donk, Slotlaan 15 te Ulvenhout. Als gevolg van deze bestemmingsplanwijziging is hun woongenot en uitzicht verminderd. Op grond van de "procedureverordening bestuursschadevergoeding 1998" is een schadebeoordelingscommissie ingesteld ter advisering omtrent de op het verzoek te nemen beslissing. Bij brief van 28 februari 2005 is aan Arcadis de opdracht gegeven tot advisering met betrekking tot het verzoek van de familie Van Gils, Pastoor Vermuntstraat 13 te Ulvenhout. Op 15 december 2005 is besloten het planschadeverzoek van de familie Van Gils inzake de Pastoor Vermuntstraat 13 te Ulvenhout, af te wijzen. Ten aanzien van de bezwaren: In het deskundigenrapport wordt gesteld dat wijziging van de bouwmogelijkheden ook kan leiden tot een intensivering van het gebruik en daarmee tot planschade. Geoordeeld is dat, gelet op de wijziging van de bouwmogelijkheden, de intensivering van het gebruik zodanig beperkt is dat dit geen invloed heeft op het woongenot. Volgens reclamant is niet meegenomen hoe de bouwmassa gezien vanuit de woning van reclamant oogt. Bij de beoordeling van het planschadeverzoek een juiste vergelijking gemaakt tussen het oude en het nieuwe planologische regime. Hierbij is onder meer gekeken naar goothoogte, bouwhoogte en bebouwingsvlak en is als zodanig een vergelijking gemaakt tussen hetgeen maximaal mogelijk is op grond van beide regimes. Uit het deskundigenadvies blijkt dat een gedeelte van het gebouw in de nieuwe situatie het bebouwingsvlak nabij de Slotlaan met circa 2,5 meter overschrijdt. Het betreft hier 1 bouwlaag van 3,5 meter hoog en bevindt zich op 55 meter van de woning van de aanvragers. Ingevolge het oude planologische regime waren er op dit gedeelte vrijstaande bijgebouwen mogelijk, met een oppervlakte van 30 m2 en een goothoogte van 3 meter. Een dergelijk bijgebouw was in het oude planologische regime mogelijk op een afstand van circa 49 meter van de woning van aanvragers. Gelet hierop is in het deskundigenrapport geoordeeld dat geen sprake is van een verslechtering van het uitzicht. Uitgaande van de oude bebouwingsgrens is volgens reclamant sprake van een aanzienlijke beperking van het uitzicht nu in de nieuwe situatie de laagbouw van De Donk dichter bij de Slotlaan is gesitueerd. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 29