Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 28235] Dienst/afdeling: VGEP/VASTG Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1b Aantal bijlagen: Verlenging voorkeursrecht Breda Noordoost-Teteringen op basis van het structuurplan Breda Noordoost- Teteringen. In het kader van de ontwikkeling van de locatie Breda Noordoost-Teteringen hebben wij op 29 juni 2004 en op 28 september 2004 voor die locatie aan uw raad voorgesteld te besluiten om een voorkeursrecht op basis van het structuurplan Breda Noordoost-Teteringen te vestigen. De op grond van genoemde voorstellen gevestigde (tijdelijke) voorkeursrechten zijn op 15 juli 2004 en 21 oktober 2004 door uw raad bestendigd voor de duur van maximaal twee jaar. Het voorkeursrecht kan vervolgens nog eenmalig met een periode van een jaar worden verlengd. Binnenkort loopt de werkingsduur van voornoemde voorkeursrechten af. Omdat de gemeente nog niet de beschikking heeft over alle benodigde gronden in Teteringen en dus de bescherming tegen verkoop aan derden behouden dient te blijven, is de verlenging van voornoemde voorkeursrechten thans noodzakelijk. In dit voorstel wordt u, gelet op het bepaalde in de Wvg, ter besluitvorming voorgelegd over te gaan tot het verlengen van het voorkeursrecht op percelen die begrepen zijn in het structuurplan Breda Noordoost-Teteringen op basis van artikel 2 lid 4 Wvg. Voor zover nodig wordt onderstaand kort aandacht geschonken aan doel en werking van het gemeentelijk voorkeursrecht. Vervolgens komt de procedure (in beknopte vorm) voor verlenging van het voorkeursrecht volgens artikel 2 Wvg aan de orde. Doel en werking Wvg. De vestiging van een voorkeursrecht heeft tot doel om de gemeente (al dan niet in samenwerking met private partijen) een betere uitgangspositie op de vastgoedmarkt te verschaffen. Het voorkeursrecht kan dan een ondersteuning betekenen voor het te voeren verwervingsbeleid. Daarnaast kunnen ongewenste verkopen en buitensporige grondprijsstijgingen worden tegengegaan. Het inzetten van het instrument past in het actieve grondbeleid waarvoor uw raad zich in de nota Grondbeleid heeft uitgesproken en waardoor de gemeente optimale regie kan voeren bij de ontwikkeling van de bouwplannen. De Wvg voorziet erin dat als een eigenaar gronden wil verkopen waarop het voorkeursrecht van toepassing is, hij deze eerst aan de gemeente te koop dient aan te bieden. Aangezien in het structuurplan aan deze gronden een niet-agarische bestemming is toegedacht waarvan het beoogde gebruik bovendien afwijkt van het huidige gebruik, is uw raad bevoegd tot vestiging en verlenging van het voorkeursrecht over te gaan. Procedure voorde onderhavige verlenging van het voorkeursrecht. Tot de uitspraak van de Raad van State d.d. 9 juni 2004, waarbij onherroepelijk goedkeuring werd onthouden aan de bestemmingsplannen "Om de Haenen", "Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers" en "De Woonakker", gold voor het onderhavige grondgebied een (in tijd ongelimiteerd) voorkeursrecht ex artikel 2 Wet voorkeursrecht gemeenten op grondslag van die (tot dan toe nog goedgekeurde en daarmee in werking getreden) bestemmingsplannen. Met deze uitspraak kwam de juridisch planologische grondslag aan dit voorkeursrecht te ontvallen en werd het noodzakelijk om opnieuw via artikel 2 een voorkeursrecht te vestigen maar dan op basis van het structuurplan Breda Noordoost-Teteringen. Dit betreft het raadsbesluit van 15 juli 2004. Nadien bleek de vestiging van nog een voorkeursrecht op dezelfde grondslag noodzakelijk. Dit betreft het raadsbesluit van 28 september 2004. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 7