Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 27694] Dienst/afdeling: JP De reconstructiecommissie had de ontwikkelingslocaties 6 en 7 in eerste aanleg aangemerkt als behorende tot de RNLE. Dit heeft te maken met het feit dat bij de vertaling vanuit de grofmazige kaart met de aanduidingen van de RNLE-gebieden naar de aanduiding op perceelsniveau onvoldoende rekening was gehouden met de feitelijke situatie in het gebied. Na bezwaren van de huidige eigenaren is de grens van het RNLE-gebied dan ook verlegd. Ad. c. Het verplaatsen van het bedrijventerrein is economisch niet uitvoerbaar, omdat -mede door het ontbreken van een grondpositie van de gemeente in combinatie met de ligging van de RNLE- het niet mogelijk is om de bebouwingsdichtheid aan de Houtakkerstraat dusdanig te vergroten dat verplaatsing kan worden gefinancierd. Conclusie De zienswijzen zijn ongegrond. 2. Dhr, en mw. Van Haperen Inhoud zienswijze In het ontwerpbestemmingsplan wil men via art. 11 WRO mogelijk maken dat tegenover onze woning, Dr. Batenburglaan 122 bebouwing wordt gerealiseerd. Door het gebruik van art. 11 WRO wordt de inspraak sterk verminderd. Bovendien gaat het nu om een nog groter gebied dan in het voorontwerp. Appellanten snappen niet wat de invulling van deze locatie te maken heeft met het versterken van de natuur. Er is nu juist sprake van enorme schoonheid van glooiende weilanden. Zij zijn juist hier komen wonen vanwege het mooie uitzicht. Door de plannen wordt het woongenot aangetast door extra verkeer, geluidsoverlast, horizonvervuiling en mogelijk waardevermindering van hun woning. Beoordeling Ten opzichte van het voorontwerp is er voor gekozen om in het ontwerp niet langer een directe bouwtitel op te nemen in de vorm van de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" maar juist een wijzigingsbevoegdheid op grond van artikel 11 WRO met daaraan gekoppeld een aantal randvoorwaarden. Er is voor de wijzigingsbevoegdheid gekozen, omdat er nu nog geen concrete plannen zijn voor de locatie. Voor de positie van omwonenden is er eerder sprake van meer rechtsbeschermingsmogelijkheden, aangezien naast de huidige mogelijkheden in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan ook voor de wijziging op grond van artikel 11 WRO procedurevoorschriften gelden, artikel 21 van het bestemmings plan. Op basis van deze voorschriften dient het ontwerpbesluit te worden gepubliceerd en kunnen belanghebbenden hiertegen bedenkingen indienen. De locatie is ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan juist kleiner geworden. Liep op de kaart van het voorontwerp de bestemming "Bedrijfsdoeleinden (BD I)" door tot aan de driehoekige houtwal, thans is een deel hiervan toegevoegd aan de bestemming "Natuur (TV)". Het overige deel heeft in het ontwerp de bestemming "Agrarische Doeleinden (A)" kregen, omdat dit beter aansluit bij het feitelijk/ huidige gebruik. In de voorschriften, artikel 9 "Agrarische Doeleinden", zijn bovendien als randvoor waarden voor de wijziging naar "gemengde doeleinden" onder meer opgenomen dat op de locatie bebouwing in één bouwmassa met een oppervlakte van maximaal 3.500 m2 is toegestaan. Dit laatste betekent minder bebouwing dan op grond van het voorontwerp rechtstreeks was toegestaan. Verder dient te worden opgemerkt dat dit perceel in het voorgaande bestemmingsplan "Landelijk gebied 1973" de bestemming "bijzondere doeleinden II" met een bebouwingspercentage van 1% had. Omdat het bebouwingspercentage voor een groot gebied gold, betekent dat tegen over de woning, Dr. Batenburg laan 122 al forse bebouwing mogelijk was. Door de wijzigingsbevoegdheid worden middelen gegenereerd om ter compensatie ruim 3 hectare, die voorheen eveneens de bestemming "Bijzondere Doeleinden II" hadden, als "Natuurgebied" te bestemmen en in te richten. Deze gronden zijn grotendeels eigendom van de gemeente en de thans aanwezige natuurwaarden kunnen in de toekomst verder ontwikkeld worden. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 49