Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 28222] Dienst/afdeling: SSC/JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1a Aantal bijlagen: Bezwaarschriften van de heer Hermus, van den Avoort en Van der Schoof tegen het besluit tot het aanwijzen van gronden die zijn gelegen in het gebied Eikberg/Bolberg te Bavel als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn. Op 13 september 2005 besloot het college van burgemeester en wethouders van Breda om de gemeenteraad van Breda een voorstel te doen tot het vestigen van een voorkeursrecht op gronden die zijn gelegen in het gebied Eikberg/Bolberg te Bavel op basis van het structuurplan Breda Oost. Op 15 december 2005 besloot de raad overeenkomstig het voorstel. Bij brief van 3 oktober 2005 heeft de heer mevrouw C.F.P. van der Schoof een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van het college van 13 september 2005. Bij brieven van 31 januari 2006 en 20 januari 2006 hebben de heer P.J. Hermus respectievelijk de heer J. van den Avoort tegen het raadsbesluit van 15 december 2005 een bezwaarschrift ingediend. Bij brief van 3 februari heeft de heer mevrouw C.F.P. van der Schoof een bezwaar ingediend tegen het raadsbesluit. Deze brief wordt gezien als een nadere motivering van het eerdere bezwaarschrift aangezien de brief van 3 oktober 2005 reeds wordt geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit op grond van artikel 9a van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Op 22 maart 2006 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden. Het verslag daarvan is bijgevoegd. Conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften de bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten. De vestiging van een voorkeursrecht middels de Wvg is bedoeld om het gemeentebestuur een voorkeurspositie te verschaffen bij vervreemding van gronden en opstallen. Zolang de mogelijkheid bestaat dat derden onroerende zaken in het betreffende gebied kunnen verwerven en daarmee de voorgenomen ontwikkelingen van het gemeentebestuur in het betreffende gebied bemoeilijken of doorkruisen, is het van groot belang een voorkeursrecht te vestigen. Naar aanleiding van de bezwaren is nagegaan of in dit geval aan de wettelijke voorschriften en de daarbij gestelde randvoorwaarden is voldaan. Daarbij is het volgende gebleken. Om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de gemeentelijke regierol bij de ontwikkeling van het gebied Eikberg-Bolberg is de werking van het voorkeursrecht verlengd door het college op 13 september 2005. De raad heeft vervolgens op 15 december 2005 dit voorkeursrecht bestendigd. De wettelijke procedure voor de aanwijzing van gronden met een voorkeursrecht haakt aan bij de ruimtelijke planvorming ten aanzien van het gebied. Al in een zeer vroeg stadium waarin nog geen enkel vigerend ruimtelijk plan de voorgestane ontwikkeling legitimeert, kan door middel van de Wvg het eigendomsrecht worden beperkt. De gemeente maakt hierbij echter gebruik van de haar gegeven wettelijke mogelijkheden. Reclamanten vragen of de raad kan afzien van de aanwijzing of de termijn verkorten naar maximaal 1 jaar. Indien de raad de betreffende percelen niet zou meenemen bij de verlenging van het voorkeursrecht dan vervalt voor het gemeentebestuur de voorkeurspositie bij de vervreemding van gronden en opstallen in het gebied. Dan bestaat voor derden de mogelijkheid om onroerende zaken in het betreffende gebied te verwerven en dit kan de voorgenomen ontwikkelingen van het gemeentebestuur in het betreffende gebied bemoeilijken of doorkruisen. De termijnen voor het vestigen en verlengen van een voorkeursrecht volgen uit de betreffende wettelijke voorschriften van de Wvg. De raad kan deze termijnen dan ook niet verkorten. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 3