Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 28222] Dienst/afdeling: SSC/JZ Ten behoeve van de rechtszekerheid van belanghebbenden kan de aanwijzing na verloop van de diverse in de wet opgenomen termijnen slechts worden verlengd, indien het ruimtelijk beleid nader is ingevuld. Wil het voorkeursrecht gehandhaafd blijven dan moet de toegedachte c.q. gegeven bestemming dus concreter worden. Hiermee wordt voorkomen dat het eigendomsrecht onnodig wordt beperkt. Volgens reclamanten zou de aanschrijving strijdig zijn met artikel 2, derde lid van de Wvg aangezien de grootte van de percelen niet vermeld wordt. In artikel 2, derde lid van de Wvg is opgenomen dat het in het eerste lid bedoelde besluit (van de gemeenteraad) vermeldt, onder verwijzing naar een bijgevoegde kadastrale kaart, ten aanzien van de onroerende zaken waarop het betrekking heeft, de kadastrale aanduiding daarvan, de grootte van elk der desbetreffende percelen volgens de kadastrale registratie en, indien een in de aanwijzing opgenomen onroerende zaak een gedeelte van een perceel uitmaakt, bovendien de grootte van dat gedeelte. Het besluit vermeldt tevens volgens de kadastrale registratie de namen van de eigenaren van de in de aanwijzing opgenomen onroerende zaken en van de rechthebbenden op de beperkte rechten waaraan die zaken zijn onderworpen. Op de bijgevoegde kadastrale kaart zijn de aangewezen gronden en de bijbehorende percelen en perceelsgedeelten duidelijk aangegeven. In het voorliggende geval is bij het raadsbesluit een bijbehorende en als zodanig gewaarmerkte tekening en bijbehorende perceelslijst opgenomen. Op deze perceelslijst staan de kadastrale aanduidingen van de in de aanwijzing opgenomen percelen, alsmede hun grootte en de namen van de eigenaren en de rechthebbenden op de daarop rustende beperkte rechten. Hiermee is dan ook voldaan aan de eisen opgenomen in artikel 2, derde lid van de Wvg. Reclamanten vrezen dat de Wvg belemmerend werkt bij een aanvraag om bouwvergunning. Het voorkeursrecht is pas van toepassing zodra de eigenaar wenst over te gaan tot verkoop van zijn onroerende zaak. De vestiging van het voorkeursrecht sluit de bouwmogelijkheden dan ook niet uit. Ook wordt gevreesd voor een belemmering van de agrarische activiteiten. Voor aanwijzing komen alleen gronden in aanmerking waaraan bij het structuurplan, onderscheidenlijk het bestemmingsplan, een niet-agrarische bestemming is toegedacht, onderscheidenlijk gegeven en waarvan het gebruik afwijkt van dat plan (artikel 2, tweede lid Wvg). Indien en voor zover de Wvg door de gemeente op een rechtmatige wijze wordt toegepast dan dient de beperking van de bedrijfsuitoefening tot de normale maatschappelijke risico's te worden gerekend. Reclamanten geven aan dat de vestiging ervoor zorgt dat zij niet vrij zijn in hun handelen met betrekking tot de verkoop van hun perceel. De wetgever heeft de gemeente de bevoegdheid gegeven om onder voorwaarden (uitbreidingscapaciteit, niet-agrarische bestemming, huidige gebruik moet afwijken van toekomstige bestemming) het voorkeursrecht te vestigen, teneinde de uitoefening van haar publiekrechtelijke taken ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting mogelijk te maken. Ruimtelijke ontwikkelingen als de onderhavige worden geacht te zijn in het algemeen belang. Teneinde deze taken naar behoren te kunnen uitvoeren beschikt de gemeente over ruimere bevoegdheden dan particuliere personen. Dat de gemeente door vestiging van het voorkeursrecht op de bij wet voorziene wijze de contractsvrijheid van eigenaren beperkt, is een direct gevolg van de uitoefening van die bevoegdheid. Indien en voor zover de Wvg door de gemeente op rechtmatige wijze wordt toegepast dient de eigendomsbeperking tot de normale maatschappelijke risico's te worden gerekend. Tenslotte zou volgens reclamanten verzuimd zijn, de voor de planologische grondslag van het plan vereiste milieu effect rapportages, te doen opstellen. Het opstellen van een milieu effect rapportage is geen voorwaarde om een voorkeursrecht te kunnen vestigen. Om een voorkeursrecht te kunnen vestigen wordt een planologische grondslag vereist. In het voorliggende geval is sprake van een planologische maatregel in de vorm van een vastgesteld structuurplan. De Wvg is bedoeld om voorgenomen planologische ontwikkelingen niet te laten bemoeilijken of doorkruisen. Gebleken is dat aan dat oogmerk van de Wvg is voldaan. De ingebrachte bezwaren kunnen niet leiden tot een ander oordeel. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 4