De commissie gaat er dan ook vanuit dat er dit jaar een daadwerkelijke verbeterslag zal worden gerealiseerd en verneemt graag wanneer het college haar over de eerste resultaten zal informeren. 3. Beleidsmatige analyse jaarverslag 2005. 3.1 Algemeen. Op de eerste plaats wil de commissie haar waardering uitspreken voor de opzet en inhoud van het jaarverslag. Begroting en jaarverslag hebben in grote mate dezelfde opbouw, waardoor beide documenten zich relatief gemakkelijk laten vergelijken. Ook moet geconcludeerd worden dat er ten opzichte van voorgaande jaren per programma een verdere uitwerking heeft plaatsgevonden van de verantwoording ten aanzien van de gerealiseerde doelstellingen en te bereiken effecten, de uitgevoerde activiteiten en benodigde middelen. Toch moet worden geconstateerd dat deze verdere uitwerking niet op alle fronten en bij alle programma's is gerealiseerd. Met name vormen de geformuleerde en verantwoorde prestatie indicatoren veelal nog geen structureel onderdeel van de verantwoordingscyclus. De accountant adviseert dan ook om concreet benoemde prestatie-indicatoren en kengetallen bij de programma's verder te ontwikkelen. Dit jaarverslag maakt zichtbaar dat doelstellingen en indicatoren per programma dikwijls van een verschillend niveau zijn. De commissie onderschrijft daarom het advies van de accountant. De commissie beoordeelt dat overigens ook als een advies dat, via het college, tevens aan de raad is gericht. Wij adviseren daarom de gemeenteraad om met ingang van de begroting 2007 meer aandacht te hebben voor de doelstellingen, effecten en de meetbaarheid daarvan. De gemeenteraad zal dus zélf een belangrijke rol dienen te vervullen bij het (her)formuleren en definiëren van prestatie-indicatoren. Een eerste aanzet wordt hieronder in paragraaf 3.2. gegeven, waar op het niveau van de beleidsprogramma's waar nodig enkele opmerkingen zijn gemaakt. In de toelichting op niet-gerealiseerde doelstellingen merkt het college meerdere malen op dat deze bedoeld zijn voor een langere planperiode. Maar indien de raad na bijvoorbeeld vier jaren moet constateren dat een doelstelling niet (geheel) is gehaald, zijn er geen mogelijkheden meer om het programma bij te sturen. Daarom is het van belang om, meer dan nu gebeurt, een tussenstand te vermelden. Wij adviseren het college derhalve om in die programma's waar sprake is van lange-termijn-doelstellingen ook korte-termijn-doelstellingen op te nemen. Verder merkt het college in een aantal gevallen op dat een indicator niet kan worden weergegeven omdat de betreffende (externe) informatie nog niet beschikbaar is. Als echter de in- en externe verantwoordingscycli niet parallel lopen, zal dit probleem zich jaarlijks voordoen. Dit jaarverslag sluit af (hoofdstuk 8) met een aanzienlijk aantal bijlagen. Wij verzoeken het college om daar in het vervolg in elk geval, waar mogelijk, een bronnenoverzicht bij op te nemen en bij de vermelding van geleverde prestaties, meer dan nu gebeurt, naar de juiste bron te verwijzen. Het is immers zo dat ten behoeve van de prestatie-beoordeling in- en extern onderzoek is verricht. (In het recent verschenen Burgerjaarverslag 2005 wordt veelal wel steeds de bron vermeld.) 3.2. Beleidsmatige analyse per programma. Hoewel de commissie, zoals in paragraaf 3.1al is gezegd, in algemene zin waardering heeft voor de wijze waarop het jaarverslag als beleidsmatig verantwoordingsdocument in 2005 verder vorm en inhoud heeft gekregen, wil ze toch, ten aanzien van een aantal programma's de volgende opmerkingen maken: programma 3: verkeer en vervoer Ten aanzien van de reductie van verkeersoverlast (doelstelling 3.2.) wordt gesteld dat de doelstelling voor 2005 is gehaald. Die specifieke doelstelling blijft echter onbekend. Daarom is toelichting gewenst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 86