HOOFDSTUK 6
Reserves, voorzieningen en afschrijvingen
Artikel 6:1 subsidies hoger dan 5.000,- per boekjaar
De artikelen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op subsidies hoger dan 5.000,- per boekjaar.
Artikel 6:2 algemene en/of egalisatiereserves
1. Een algemene en/of egalisatiereserve is een reserve die wordt gevormd uit een eventueel
exploitatieoverschot om schommelingen in de toekomstige exploitatie op te vangen.
2. Het vormen, dan wel het voeden van een algemene en/of egalisatiereserve met gemeentelijke
subsidiegelden is uitsluitend mogelijk wanneer er bij de structureel gesubsidieerde organisatie
sprake is van een positief jaarresultaat, voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet of
slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verkregen.
3. Het toevoegen van gemeentelijke subsidiegelden aan de algemene en/of egalisatiereserve,
alsmede het onttrekken van gemeentelijke subsidiemiddelen daaruit kan uitsluitend gebeuren met
voorafgaande schriftelijke toestemming van het College.
4. De hoogte van de algemene en de egalisatiereserve mag niet meer bedragen dan 10% van de
structurele subsidiegelden die de organisatie in het betreffende boekjaar van de gemeente Breda
heeft ontvangen.
5. Bij de toets of de reserve het in lid 4 vermelde maximum heeft overschreden worden de volgende
onderdelen van de reserves buiten beschouwing gelaten.
a. Dat deel van de reserve dat is vastgelegd in vaste activa. Dit deel bedraagt maximaal 60%
van de oorspronkelijke aanschafwaarde van de vaste activa die op het toetsmoment aanwezig
zijn. Bij onroerende zaken mag uitgegaan worden van 100% van de aanschafwaarde.
b. Dat deel van de reserve dat na toepassing van lid 5a resteert en dat gevormd is uit andere
inkomsten dan structurele subsidiegelden van de gemeente Breda. Indien dit deel door de
subsidieontvanger niet voldoende kan worden aangetoond, wordt voor het vaststellen van dit
deel de volgende verdeelsleutel gebruikt: "netto inkomsten in het betreffende boekjaar
exclusief de structurele subsidiebijdrage van de gemeente Breda, gerelateerd aan de totale
inkomsten in het betreffende boekjaar".
c. Dat deel van de reserve dat na toepassing van lid 5a en 5b resteert en kan worden
aangemerkt als een bestemmingsreserve conform artikel 6:3 van deze beleidsregels.
Artikel 6:3 bestemmingsreserves
1. Een bestemmingsreserve is een reserve die gevormd wordt uit een eventueel exploitatieoverschot
om na enige tijd voor een specifiek doel te worden aangewend.
2. Het is een structureel gesubsidieerde organisatie niet toegestaan een bestemmingsreserve te
vormen die (mede) is opgebouwd uit gemeentelijke subsidiegelden, tenzij het College daarvoor
voorafgaand schriftelijk toestemming heeft verleend. Aan deze toestemming kan het College
voorwaarden verbinden.
3. Het verzoek om toestemming voor het vormen van een bestemmingsreserve bevat een voorstel
waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen:
a. het doel van de reserve;
b. een onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de reserve;
c. een motivatie van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft.
Het College kan daarnaast aanvullende gegevens verlangen.
21